86 vorm worden aangehouden, aanwijzende alle aan de verschillende hypotheek* kantoren te boek gestelde schepen, ingedeeld naar de in artikel i onder scheiden rubrieken. Artikel 6. 1. Onze Minister van Financiën bepaalt de modellen, volgens welke de registers en de verklaringen, waarvan in dit besluit sprake is, zullen worden ingericht en welke verdere registers, hulpboeken en kaarten zullen worden aangehouden ten einde de nazoekingen gemakkelijk te maken en misslagen te voorkomen. 2. De hypotheekbewaarders mogen geene andere registers, hulpboeken of kaarten gebruiken dan die, welke hun van Rijkswege worden verstrekt. Artikel 7. Degene, die hier te lande een schip in aanbouw heeft en daarvan de teboekstelling vraagt, zal ten hypotheekkantore, binnen welks kring de bouwplaats is gelegen, eene verklaring van aanbouw inleveren. Artikel 8. 1. Zoodra een schip, dat hier te lande in aanbouw is, of een reeds bestaand schip, voor de eerste maal in de daarvoor bestemde rubriek zal zijn teboekgesteld, zal het jaartal, de naam van het kantoor, het nummer van het register van overschrijving, benevens de aanwijzing van de rubriek, in artikel 1 bedoeld, op het achterschip, op eene van buiten in het oog vallende plaats, en op onuitwischbare wijze door eenen beëedigden scheeps meter in het schip worden ingebrand of daaraan worden aangebracht, en van deze inbranding of aanbrenging door diens getuigschrift moeten blijken, zonder welks overlegging de bewaarders de ter overschrijving of inschrijving ingeleverde stukken niet mogen afgeven, noch ten aanzien van het teboek- gestelde schip eenigerlei andere verklaring afgeven. 2. Zoolang die aanbrenging niet aan het schip mogelijk is, geschiedt zij aan de bouwplaats van het schip. 3. Zijn de scheepsdeelen, waarop de in het eerste lid genoemde merken zijn gebrand, of waaraan zij zijn aangebracht, door nieuwe vervangen of zijn die merken geheel of gedeeltelijk onleesbaar geworden, dan zal op het verzoek, daartoe gedaan aan een bevoegden scheepsmeter, nieuwe inbranding of aanbrenging plaats vinden en daarvan door dien scheeps meter een getuigschrift worden afgegeven. Bij het verzoek moet eene verklaring worden overgelegd van den bewaarder, te wiens kantore het schip is teboekgesteld, houdende opgaaf van de in te branden of aan te brengen merken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 86