87
4- Indien de bouw van een schip zoover is gevorderd, dat de inbranding
of aanbrenging in- of aan het schip zelf kan geschieden, kan toepassing
van het vorig lid worden gevraagd.
5. Indien bij herstelling of verbouwing van een schip de in het eerste
lid genoemde merken zijn verwijderd of beschadigd, zal de hersteller of
verbouwer het schip niet mogen afgeven, voordat deze merken weder
volledig zijn aangebracht.
Artikel 9.
Aan den Staat zal voor iedere inbranding of aanbrenging van de merken
in het vorig artikel bedoeld, een recht verschuldigd zijn, waarvan het bedrag
door Ons zal worden bepaald, en bovendien een bedrag voor vergoeding
van reis- en verblijfkosten van den met de inbranding belasten scheeps
meter overeenkomstig de daarvoor geldende bepalingen.
Artikel 10.
1. Degene, die van een schip, als in artikel 1 bedoeld, de teboekstelling
vraagt, zal verplicht zijn eene verklaring van eigendom in te leveren, welke
verklaring in het register van schepen zal worden overgeschreven.
2. Indien een schip aan meer dan één persoon behoort, zal de voor
noemde verklaring de opgave bevatten van den naam en van de aandeelen
van iederen mede-reeder of mede-eigenaar.
Artikel 11.
Hij, die de teboekstelling van een Nederlandsch zeeschip in het
scheepsregister vraagt, zal daarbij overleggen eene schriftelijke, door den
bevoegden rechter goedgekeurde, verklaring, dat het schip is een Neder
landsch schip, welke verklaring met de aanvraag van teboekstelling wordt
overgeschreven.
2. De verklaring moet onderteekend zijn door dengene, die de teboek
stelling vraagt, of diens wettelijken vertegenwoordiger, of, wanneer de aan
vraag geschiedt door eene reederij, waarin eene boekhouder is aangesteld,
eene vennootschap onder eene firma, eene commanditaire vennootschap,
of eene naamlooze vennootschap, door den boekhouder, door een behee-
renden vennoot of door een bestuurder.
3. Zij moet bevatten
a. den naam van het schip met vermelding van het gebruik, waartoe
het is bestemd, en van zijn inhoud
b. de aanduiding van de samenstelling en de inrichting van het schip
en van de kracht en de inrichting der werktuigen tot voortbeweging, in
dien het wordt voortbewogen door mechanische kracht;
c. eene opgave van den tijd en de plaats van bouw, tenzij deze niet