De uit deze voorwaardenvergelijkingen volgende korrelaten-
vergelijkingen zijn:
12,4928 K, 1,145 K2 1,31 K3 27
1,145 4,208 K2 2,87 K3 15
1,31 Ki 2,87 K2 4 Ks= 68
De waarden van Kb K2 en K3 hieruit opgelost zijn:
Ki 0,666 K2= 15,79 K3 28,11
Men krijgt nu voor de correcties:
Vi 16,6 (-j- 16,3)
v, 26,8 27,4)
v# 11,6 f 10,4)
V4r=— 1,4 1,2)
V5 +22,7 (+23,3)
De tusschen haakjes geplaatste getallen geven de fouten ver
kregen bij de vereffening van bovenstaande opgave volgens de
methode van de indirecte waarnemingen (form. 4). Men ziet dat
de resultaten van de beide rijen getallen voldoende overeen
stemming vertoonen.
Nu zijn de correcties aan de gemeten richtingen aan te brengen
waardoor de tegenspraak tusschen de waarnemingen is opgeheven.
Met behulp van de gecorrigeerde waarnemingen kunnen nu op
een of andere wijze de coördinaten van het punt P worden
berekend.
Bij de gevolgde vereffeningsmethode kan men niet op een
voudige wijze komen tot de middelbare fouten in de coördinaten
van het te bepalen punt. Dit is inderdaad een bezwaar. Het
neemt niet weg dat de boven ontwikkelde theorie van voldoende
belang is, om er de aandacht op te vestigen.
Nog een toepassing van de formule (5) is het volgende. Zij
doet n.l. het middel aan de hand om de coördinaten van het
punt P (zie fig. I, II en III) uit te drukken in die van de punten
A, B en C en in de hoeken x, ft en y.
Wanneer men 3 gegeven punten A, B en C heeft met de
coördinaten xa, ya; Xb, yb en xc. y<d dan kan men de coördinaten
van een 4e punt P geven door;
ui xa u2 xb u3 xc U! ya u2 Yb 4- u8 yc
Xn j j en Vp (9)
Ui 4" u2 4" u» Ui 4~ u2 4" u3
V6=— 6,9 6,9)
