go
zijn, daarin door eene onderteekende aanvullende verklaring, aan den
voet van het desbetreffend geschrift te voorzien, bij gebreke waarvan de
gevraagde overschrijving, inschrijving of aanteekening wordt geweigerd.
Artikel 16.
1. Degene, die de teboekstelling als afgebouwd schip vraagt ten aan
zien van een schip, dat reeds als schip in aanbouw in het register voor
komt, vermeldt daarbij den naam en het nommer van het kantoor, alwaar
de teboekstelling als schip in aanbouw is geschied, met aanduiding van
de rubriek, in artikel i bedoeld.
2. Nadat deze aanvraag is ingediend, machtigt de hypotheekbewaarder
den scheepsmeter, dat schip definitief te merken.
3. De in artikel 8, lid 1, genoemde merken, waarmede het schip in
aanbouw is aangeduid, zullen ook dienen ter aanduiding van het voltooide
schip en daarop vóór het verlaten van de werf moeten worden aangebracht.
Zoolang dit niet is geschied, mag het schip niet worden afgeleverd.
Artikel 17.
1. Om eene inschrijving op een schip of op een aandeel daarin te
bewerkstelligen, stelt de schuldeischer, hetzij in persoon, hetzij door een
derde, aan den bewaarder, te wiens kantore het schip is teboekgesteld,
twee door den schuldeischer of den derde onderteekende borderellen ter
hand, waarvan het eene op de uitgegeven expeditie van den titel kan
gesteld worden.
2. Deze borderellen bevatten
a. Eene bepaalde aanduiding van den schuldeischer en van den
schuldenaar met opgave der woonplaats, door eerstgenoemde binnen den
kring van het kantoor gekozen. Is de eigenaar of aandeelhouder van het
schip overleden, dan kan bij het nemen van eene inschrijving volstaan
worden met de aanduiding van den overledene
b. De dakteekening en den aard van den rechtstitel, met opgave van
den ambtenaar, door of ten overstaan van wien de akte is verleden of
van den rechter, die het te bezwaren schip heeft aangeduid
c. Het beloop der inschuld of de begrooting der voorwaardelijke en onbe
paalde rechten, welke verzekerd worden, zooals dezelve in de authentieke
akte zijn opgegeven, mitsgaders den tijd, waarop de schuld opeischbaar is;
d. Den naam, den bruto-inhoud van het schip en de aanduiding van
hetzelve op de wijze, bij het eerste lid van artikel 8 omschreven
e. De bedingen, bedoeld in artikel 1231, n°. 5, van het Burgerlijk
Wetboek, in verband met artikel 318'p, van het Wetboek van Koophandel.
3. Wanneer de inschrijving betrekking heeft op een schip in aanbouw,