gó
tusschen Oud-Milling-en en Voorthuizen, en genoemd werd naar
de nabij gelegen spoorweghalte Stroe. De metingen voor deze
basis waren zoodanig ingericht, dat zij door onderlinge vergelijking
van partiëele resultaten gelegenheid gaven den graad van nauw
keurigheid van het eindresultaat te berekenen. Als maat daarbij
dient de middelbare fout, en wanneer deze uit een niet te gering
aantal metingen is afgeleid, mag worden aangenomen, dat er
slechts weinig kans bestaat voor een werkelijke fout, die grooter
zou zijn, dan het drievoud der middelbare.
Voor de basis ter lengte van ongeveer 4320 meter bedraagt
de middelbare toevallige fout 2,11 mm of ongeveer een 2 miljoenste.
Controle op de juistheid van de absolute maat der basis wordt
gevonden in het feit, dat de direct gemeten waarde en eene
andere, welke langs den weg der driehoeksmeting is afgeleid uit
basismetingen bij Bonn, onderling niet meer dan één miljoenste
deel der totale lengte verschillen.
Het feit, dat de basismeting niet voor 1 q 13 tot stand kwam,
en eerst in het voorjaar van 1923 de basislengte kon worden
uitgedrukt met den internationalen meter als eenheid, is grooten-
deels het gevolg van de afzijdigheid, welke Nederland gedurende
een halve eeuw heeft volgehouden tegenover de internationale
meterconventie, maar zoo goed als zeker in den loop van 1926
zal doen ophouden.
Met de primaire driehoeksmeting werd begonnen in 1885; de
jaren 1885, 1886 en 1887 werden besteed aan vele voorbereidin
gen; de hoekmetingen werden volbracht in de jaren 1888 tot en
met 1904.
In ieder der hoekpunten van de figuur werden metingen gedaan,
waaruit in de eerste plaats de onderlinge stand van de in één
punt samenkomende lijnen werd berekend zonder acht te slaan
op de metingen in de andere punten. Daarbij werd voor de
middelbare fout in zulk een op het station vereffende richting
uit alle metingen samen gevonden 0,214 sek. (d. i. de schijnbare
grootte, waarop 1 c.m. zich vertoont bij 10 km afstand).
Wanneer de richtingen worden gecombineerd tot van elkander
onafhankelijke driehoeken, en op grond van de sluitfouten der
driehoeken de voornoemde middelbare fout weder wordt berekend,
wordt gevonden 0,298 sek. Er kan nog een stap verder worden
gegaan door de richtingen te combineeren tot de hoeken van