Nederland een vrij regelmatig verloop hebben; nabij Oirschot
vertoont zich een duidelijke onregelmatigheid, waarvan de reëele
beteekenis wordt bevestigd door de slingervvaarnemingen.
Voor de driehoeksmetingen hebben de schietlood-afwijkingen
een gelijksoortige beteekenis als onjuistheden in het vertikaal
stellen van de draaiings-as van den theodoliet. De as wordt
gesteld volgens de schietlood-richting en er wordt verondersteld,
dat zij komt te staan in de richting van de normaal op de ellip
soïde. Dientengevolge ontstaan in de metingen foutjes welke
onmerkbaar blijven in de stationsmetingen, maar die zich doen
gelden zoodra deze metingen worden vereenigd tot een driehoeks-
net. Zij kunnen de oorzaak zijn van de voor de driehoeksmeting
gevonden aangroeiing der middelbare fouten. Er behoeft dus
geen ongerustheid te zijn over onvermijdelijke waarnemingsfouten.
De ongelijkmatige verdeeiing der massa's heeft niet alleen
invloed op de richting der zwaartekracht, maar ook op de inten
siteit daarvan. Door de slingerwaarnemingen, welke op 5 1 plaatsen
in Nederlaud werden uitgevoerd, zijn dan ook voor de versnelling
der zwaartekracht, waarden gevonden, welke zeer goed merkbaar
afwijken van de bedragen, welke overeenkomen met die voor
eene homogene omwentelingsellipsoïde. De middelbare fout in
het verschil tusschen de waarden van g in De Bilt, het centrale
punt voor Nederland, en een ander punt, afgeleid uit de waar
nemingsfouten, bedraagt" 0,0015 cm/sek2, maar zou tot 0,0072
cm/sek2 aangroeien, wanneer de verschillen tusschen waargeno
men en theoretische waarden aan fouten in de metingen zouden
worden toegeschreven.
Een overzichtskaart doet ook weder zien, dat de anomalieën
der zwaartekracht in Nederland een regelmatig verloop hebben-
maar ook weder bij Oirschot een plaatselijke afwijking vertoonen,
in overeenstemming met de daar gevonden schietlood-afwijking.
Volgens onderhandsche mededeeling worden op Belgisch terrein
in hetzelfde gebied overeenkomstige afwijkingen gevonden.
Er blijkt dus verband te bestaan tusschen de resultaten der
verschillende soorten van metingen en daarom mag worden ge
concludeerd, dat zij ieder voor zich beantwoorden aan de eischen,
welke gesteld mogen worden en dat zij een goede bijdrage zullen
leveren voor de studie van den vorm van het aardoppervlak, wanneer
zij in verband gebracht zullen zijn met de metingen in naburige landen-
99