laagste der vier gegeven punten. De correcties waren hier en daar aanzienlijk en bedroegen soms eenige mm in de kaart. De uitgemeten coördinaten zijn met de hier bedoelde bedragen gecorrigeerd. Op gelijke wijze is bij de herleiding te Soester- berg het niveauverschil der vier gegeven punten in rekening ge bracht. Het punt V en de vlieghoogte H worden in den loop van het herleidingsproces met voldoende nauwkeurigheid bepaald. Het zal van het bedrag der hoogteverschillen en van de vlieg hoogte afhangen, of de correcties d zullen zijn te verwaarloozen of niet. Moeten zij in rekening worden gebracht, dan vervalt er veel van wat de methode der optische herleiding aantrekke lijk maakt. De teekening, die door fotografeeren op het broom- zilverpapier is verkregen, moet dan punt voor punt worden ver schoven, om een behoorlijke kaart op te leveren, dat vereischt veel tijd, en dat werk kan slechts worden opgedragen aan ge routineerde teekenaars, die zich in dit procédé hebben ingewerkt. Voor de bepaling van de verschuiving d is de kennis der hoogte- ligging van de verschillende punten van het terrein noodig. In ons terrein, met zijn geringe hoogteverschillen, is de bepaling van de hoogten volgens de gewone tachymetrische methode, zooals die thans ook bij de «Verkenningen» wordt toegepast, de meest aanbevelenswaardige. Bij praktische toepassing van de fotogrammetrie voor kaarten op kleinere schaal, zal het wenschelijk zijn, de bepaling der vaste punten zooveel mogelijk uit te stellen tot dat de foto's zijn op genomen. Dat is steeds mogelijk, wanneer het terrein vele goed gedefinieerde terreinpunten bevat, als kruispunten van wegen, slooten en dergelijke. Aan de hand van de opgenomen foto's bepaalt men dan, welke van deze punten als vaste punten zullen worden opgemeten. Het voordeel van deze werkwijze is, dat men zeker is, dat de vaste punten op de foto's goed zichtbaar zullen zijn, en dat ze gunstig zullen liggen ten opzichte van de overige punten van de foto. Men is daardoor tevens vrij van het zichtbaar maken van vaste punten gedurende de vlucht. Bij der herleiding van de foto's 7, 7', 15 en 15', waarbij telkens verschillende viertallen vaste punten werden gegeven als uit gangswaarden, is het gebleken, dat het van belang is, dat de vierhoek der gegeven punten een zoo groot mogelijk deel van de foto omvat. De beste herleiding werd in de twee gevallen io6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 106