log moderniseering van ons kaartwezen, een schaal i a 10000 noodig zal zijn. Gaan wij van zulk een grondkaart uit, dan moeten de foto's ongeveer op de schaal i a 20000 zijn, waarvoor een vlieg hoogte noodig is van ongeveer 4000 m. Een plaat 13 X '8 cm bevat dan binnen de 12 X 15 cm een oppervlak van ongeveer 7.2 km2. Voor de opname van een terrein dat een tegenwoordig blad 1 a 25000 beslaat, zijn dan noodig 21 foto's (3X7) met belangrijke overlapping. Neemt men voor elke foto 4 vaste punten aan (er zijn er minder noodig, omdat door de overlapping éénzelfde punt voor twee aangren zende foto s kan dienen) dan heeft men voor een tegenwoordig blad 1 a 25000 ongeveer 80 vaste punten te bepalen. Dat schijnt mij wel uitvoerbaar zonder te hooge kosten. Neemt men aan, dat de foto's om de 1.5 km worden opgeno men, dan heeft men tusschen de foto's een tijd van 36 seconden om platen te wisselen, de snelheid van het opnamevliegtuig op 150 km per uur gerekend. Zulke foto's kunnen na herleiding een kaart opleveren 1 a 10000. Geldt voor deze herleiding dezelfde nauwkeurigheid als die bij onze proeven werd gevonden, dan zal de middelbare fout van de coördinaten zijn ongeveer 1.5 m. Deze Luftbildplane zouden dus nog geschikt zijn om daaruit ten behoeve van de artillerie coördinaten af te passen van de belangrijkste kruispunten van wegen en andere goed gedefinieerde terreinpunten, mits van die punten de hoogteligging bekend is. Ten slotte dient er m.i. de aandacht op gevestigd te worden, dat het doen van opnamen voor het vervaardigen van een kaart aan vlieger en waarnemer zeer veel hoogere eischen stelt, dan bij onze proefnemingen gesteld behoefden te worden. Wij hadden een klein terrein, met zeer veel vaste punten bezet. Iedere foto, die zoo ongeveer boven het midden van het terrein werd opge nomen, beantwoordde aan het doel van de proef. Gaat men over tot het doen van een serie opnamen, om daaruit een kaart samen te stellen, dan is de toestand geheel anders. Men moet het geheele terrein met foto's bedekken zoo, dat ze elkander voldoende overlappen, maar toch moet er naar gestreefd worden met een zoo gering mogelijk aantal uit te komen. Mis lukkingen moeten tot de hooge uitzonderingen behooren. Het loont niet de kosten de mislukte foto's door nieuwe te vervangen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 109