118
denkbeeldig, maar als een gestyleerd voorbeeld uit mijne opge
dane ervaringen te beschouwen. Toch is de gedachtengang der
schatters in overeenstemming met de voorschriften. Een strook
de één zal b.v. 100 meter, een ander 200 meter breedte willen
nemen langs den straatweg moet in een hoogere klasse en
hoe dichter bij het dorp, des te zwaarder telt de ligging. En één
keer moet de plotselinge overgang naar de hoogere klasse komen.
Bij welk punt kan dat beter dan bij A, waar ook werkelijk ver
schil in grondsoort is aan te wijzen. Men zal moeten toegeven,
dat tusschen de ligging van de kavels 1 en 2 geen verschil
bestaat. Maar bij dezelfde vordering wordt de nieuwe kavel in
1 toch belangrijk kleiner dan in 2.
Voor fig. 2 nemen we gemakshalve aan, dat geen bodemver-
schillen zijn aan te wijzen. De 200 meter breede strook tusschen
de klassegrens L en den straatweg is hooger geschat wegens
gunstige ligging. Het gevolg is, wat den ouden toestand betreft,
dat de achterste gedeelten van de perceelen 1736 en 1737 lager
geschat zijn dan het voorste stuk van N°. 904. (De voorgestelde
perceelen hebben verschillende eigenaren.) Meer in overeenstem
ming met de oude indeeling zou de liggingswaardegrens ABCD
zijn. Zoodra echter de eigenaar van 903 het achterliggende per
ceel 904 koopt zal de waardegrens veranderen. Het springt on
middellijk in 't oog, dat ABCD tot vreemde consequenties leidt,
daar kavel 2 in dit geval duurderen grond zal bevatten dan
kavel 9. Maar de lijn L voldoet evenmin. Immers de kavels 8
en 9 worden gelijkwaardig, terwijl 9 en 10 plotseling een verschil
vertoonen. De kavels 1, 2 en 3 geven een nieuwe indeeling,
die kan bevredigen, hoewel niet uit te maken is of het waarde
verschil tusschen 1 en 2 per h.a. 10 of 100 zal bedragen.
In fig. 3 zien we dat kavel 3 tengevolge van de op ligging
berustende klassegrens goedkooperen grond bevat dan 8. Zelfs
zal men bij eenzelfde vordering in kavel 2 nog meer oppervlakte
toegewezen krijgen dan in 8.
Een ander voorbeeld, geheel aan de praktijk ontleend, maar
iets vereenvoudigd, vindt men in fig. 4. Het complex der per
ceelen 1,2had vroeger dezelfde lintverdeeling als de daarachter