gelegene perceelen. De betrokken eigenaren gingen echter ruilen, waardoor de tegenwoordige indeeling ontstond. Deze strook is door hare indeeling wat minder verwaarloosd dan het omliggende terrein, maar wordt zeer veel hooger aangeslagen in waarde. Het is begrijpelijk, dat de schatters de hun geboden vrijheid gebruiken om hieraan eenigszins uitdrukking te geven. Het resultaat is met romeinsche cijfers aangeven. (II is f 900. V is f 600.De samenstelling van den bodem van het in de figuur voorgestelde gebied geeft zoo goed als geene verschillen te zien terwijl bij behoorlijk in cultuur brengen na zeer korten tijd het verschil tusschen 1, 2en omgeving geheel zal ver dwenen zijn. Sommige eigenaren in de strook 1, 2hebben hun hoofdbezit elders en zien daar hunne eigendommen samen- gelegd. Er komen dus aan den bestaanden weg nieuwe eigenaren. Men onderzoeke maar eens weer tot welke consequenties men bij de toedeeling zal komen. Bij dezelfde vordering wordt bij A een anderhalf maal zoo groote kavel toegewezen als bij B. Intusschen blijkt vooral uit het laatste voorbeeld, hoeveel een voudiger de kwestie zou worden, wanneer de perceelen 1,2 ook in de Ve klasse waren gerangschikt en men bij het projec teeren van den nieuwen kavel de gunstige ligging naast de hoedanigheid (en gebruiksbestemming) liet gelden. De in deze vier voorbeelden (er zouden nog vele zijn te geven) genoemde moeilijkheden zijn echter bij de toedeeling nog ge deeltelijk te overwinnen. Het zal veel overleg kosten, het plan is noodeloos verzwaard, maar de scherpe kanten zullen door veel vuldig schuiven en passen eenigszins weggenomen kunnen worden. De aandacht zij er nog op gevestigd, dat volgens art. 78 de kosten worden omgeslagen naar de waarde der ingebrachte on roerende goederen. Iemand, met gunstig gelegen bezit moet dus het meest in de kosten bijdragen, tenzij van de in dit artikel genoemde uitzondering regel gemaakt wordt. En zulks lijkt mij toch de bedoeling niet. Het zal bovendien moeilijk zijn de grens te trekken. Een ernstiger gevolg van de schatting naar ligging is het raken aan één der grondbeginselen van de ruilverkaveling, n.l. de scheiding van klein en groot bezit. En het ligt haast we iig

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 119