De afstand tot zijn perceel is voor hem van groote beteekenis.
Binnen de zoo ruim mogelijk genomen grenzen van art. 6 moet
hem het voordeel van betere ligging verschaft worden.
Een schatting, die tot zekere hoogte geen onbeperkte ver
legging van bezit toelaat men denke ook aan verspreid wonen
van den rechthebbenden kan niet goed zijn.
Duidelijkheidshalve volge een voorbeeld.
Een kleinbezitter grenst met zijn erf aan het ruilverkavelings-
gebied, waarin hij met een perceel van 42 are is opgenomen.
Dit perceeltje ligt een kwartier gaans van zijne woning aan een
smallen zandweg en heeft een behoorlijken vorm. De cultuur
waarde is gelijk aan die van den aan zijn erf grenzenden grond.
De schatting is echter resp. Ve en Ille klasse of tegen 1000.
en ƒ1400.per ha. Wordt de nieuwe kavel in aansluiting met
het erf geprojecteerd, dan beteekent dit een terugverkrijgen van
30 are (aftrek voor wegen en waterlossingen wordt buiten be
spreking gelaten).
Het is toch niet aan te nemen, dat hij van deze 30 are een
evengroote opbrengst, laat staan een grootere, zal krijgen als
van zijn vroeger bezit.
De factor ligging kan den grooten bezitter niet in die mate
dupeeren. Hij zal nimmer alles aan het dorp of aan een belang
rijken verkeersweg kunnen krijgen. Eventueel oppervlaktever-
lies zal voor hem procentsgewijs slechts een luttel bedrag ver
tegenwoordigen.
Thans nog een voorbeeld als tegenhanger van het vorige.
Iemand heeft op betrekkelijk slechte ligging in het ruilver-
kavelingsblok zijn hoofdbezit en daar ook zijn bedrijf gevestigd.
Intusschen liggen ook nog enkele hem toebehoorende perceelen
in de nabijheid van het dorp of van een straatweg, dus t.o.v. het
bedrijf ongunstig. Maar deze perceelen zijn volgens de schat
tingsvoorschriften in hoogere klassen ondergebracht. Door de
ruilverkaveling wordt alles om de boerderij samengelegd. Deze
eigenaar krijgt alles bij elkaar, ziet zijn oppervlakte vermeerderen
en is bovendien door een doelmatig wegennet uit zijn isolement
verlost.
Nu kan men mij nog tegenwerpen, dat de in het eerste voor
beeld genoemde kleine eigenaar bij verkoop na de ruilverkave-
121