DE RUILVERKAVELINGEN OP AMELAND EN DE
EXCURSIE DERWAARTS VAN DE HOOFDAFDEELING
«RUILVERKAVELING» DER NEDERLANDSCHE HEIDE
MAATSCHAPPIJ OP 8 EN 9 JUNI 1927.
Aldus luidt het Amelandsche volkslied en voor ons begint met
Ameland de «Ruilverkavelings-Victorie»; de eerste vrij
willige* ruilverkaveling die der «Ballumer miede» had
plaats op Ameland en thans is het weer op Ameland, dat de
eerste wettelijkeruilverkaveling die der Hollumer miede
krachtens de Wet op de ruilverkaveling van den 3ien October
1924 (Stbl. N°. 481) hare voltooiing nadert.
Wij hebben lief oud Ameland!
Tot beter begrip van de op Ameland heerschende toestanden moge
hier eerst een en ander volgen betreffende land, bodem en volk.
123
Opgeweld uit wier en zand,
Gansch omspoeld van zilte baren;
Moge God het steeds bewaren,
Het plekje, rijk aan duin en strand,
Het ons zoo lieve Ameland.
Sedert eeuwen hield het stand,
Zelfs bij 't woeden van de golven;
Schoon er dierbaars ligt bedolven,
Bij het golfgeruisch weergalmt het strand:
U heb ik lief oud Ameland!
Ik heb U lief, o, stoere kwant,
Met uw zeemansbloed in d' aad'ren,
Met den heldenmoed der vaad'ren;
Als g' in den nood den riem omspant,
Dan heeft U lief heel Nederland!
Eenvoud, kuischheid en verstand
Sieren 't allen tijd de vrouwen,
Die ons eiland geeft t' aanschouwen;
Blijf zoo het sieraad van het land,
O, meisjelief van Ameland!
Vrienden! waar g' ooit zwerft, te land,
Of op d' ongewisse baren,
Laat der vaad'ren deugd niet varen!
't Weerklinke luid op ouden trant:
Wij hebben lief ons Ameland!
