Ameland het oude Fosteland in het latijn der schrijvers uit het Frankische tijdperk Ammia en Amistrachia en om streeks 1220 door Ubbo Emmius reeds Amalandia1) genoemd, dankt zijn naam aan de ligging aan het «Borndiep», de breede uitmonding van de voormalige «Middelzee», welke Friesland, langs Leeuwarden en Sneek tot Bolsvvard doorkliefde en aldus Oostergoo van Westergoo scheidde. IJ, Ee, Ae, A, enz. de oude algemeene benamingen voor stroomend water gaven aanleiding tot velerlei plaatselijke be namingen; men denke hier bijv. ook aan IJhorst, gelegen aan de rivier de Reemst en verder aan Eem en Eems, de Amisia der Romeinen. Dit naar aanleiding van eene tijdens de excursie gestelde vraag naar den oorsprong van den naam Ameland. Ameland heeft eene lengte van ongeveer 24 km en eene grootste breedte tusschen de dorpen Hollum en Ballum van ongeveer 4V2 km; langs den noordkant wordt het door eene duinenreeks beschermd tegen de onstuimige woede van het «Noarderhêf», terwijl het langs den Wadden-kant tegen over strooming wordt beveiligd door dijken, welke meerendeels op eigenaardige wijze zijn opgebouwd uit wier en zoden. De duinen bereiken op het westelijke deel van het eiland eene hoogte van ongeveer 14 m boven volzee, terwijl de Oerder- duinen in het oosten oprijzen tot eene hoogte van ongeveer 25 m.2). Ten westen van het dorp Nes loopt dwars over het eiland eene breede slenk, waarlangs vroeger de stormvloeden vrijen toegang hadden en het eiland in tweeën dreigden te scheuren. Door het aanleggen van een stroomleidenden dam aan den kant der Wadden en van een dijk aan den Noordzee kant heeft 's Rijks Waterstaat in 1847 3) dezen ramp weten te keeren. De op het noordeinde van deze slenk voorkomende vlakke, dorre, bultige duinen zijn recente vormingen uit histo- rischen tijd tengevolge van deze overstroomingen.4) «Opgeweld uit wier en zand» zegt het volkslied, doch deze recente vormingen worden geschraagd door eene oude diluviale I 24 M Schotanus a Sterringa, Beschrijvinge van de Heerlijckheydt van Frieslandt, blz. 11 en 14. 2) van Baren, de Bodem van Nederland, blz. 848. 3) Allan, het eiland Ameland, blz. 10. 4) van Baren, de Bodem van Nederland, blz. 834.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 124