kern, wat blijkt, zooal niet uit de vele in het Friesch Museum te Leeuwarden aanwezige granieten, gneissen, etc. van noorde lijke herkomst, welke op het Amelandsche strand zijn gevonden en dus misschien «ballaststeen» zouden kunnen zijn, dan toch uit het voorkomen van een zeer eigenaardig interglaciaal veen (slib) op de Wadden, ten zuiden van Ameland op het zooge naamde «Heideveld». Dit veen bevat overblijfselen van berk en wilg, beide zeer sterk samengedrukt, benevens wortelstokken van Typha latifolia en eene groote menigte stuifmeelkorrels van den en spar, verder die van eik en wellicht hazelaar en beuk en sporen van veenmos en varens.1) Ter plaatse waar de dijk van Hollum aansluit aan het duin komt, onder een 10 m hoog duin van onverweerd zand, eene laag «grondwaterveen» voor, bestaande uit resten van veenmos, wollegras, hout van Juniperus, benevens stuifmeelkorrels van den, els, berk, eik, wilg en ericaceeën.2) De hier achter volgende «schattin gsschaal» der ruilverkave ling van de Hollumer miede is dan ook gebaseerd op het voor komen van eene meer of minder dikke laag moerasveen, rustende óf op doorlatenden kleigrond óf op doorlatend zand, en verder op de dikte van de humeuse bovenlaag boven door latend zand, voor zoover de graslanden betreft, en wat het bouw land aangaat, op den meer of minderen rijkdom aan humus van de bovenlaag. In 1398 werd de Heerlijkheid van Ameland verleend aan Arent, Heer van Egmond en IJsselstein, (Charterboek, I, 284), terwijl in 1405 Ameland onafhankelijk werd verklaard (Ch. I, 351).3) De roerigheid dier tijden was oorzaak, dat anderen als Heer van Ameland konden optreden en wel achtereenvolgens de geslachten Jelmera, Donia en Cammingha. In 1494 werd Pieter Cammingha door Keizer Maximiliaan I bevestigd als Heer van Ameland, wat echter niet belette, dat in 1559 door Lamoraal van Gaveren, Graaf van Egmond, eene gerechtelijke vordering werd ingesteld tegen den kleinzoon van dezen Cammingha als occupateur 125 van Baren, de Bodem van Nederland, blz. 960. 2) van Baren, de Bodem van Nederland, blz. 913. 3) Houwink, Staatk. en Recbtsgesch. v. Ameland, blz. 1518.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 125