Joh. J. V. de Freese Amsterdam), J. Zijlstra J.Tzn. (den Haag), P. J. ter Plegt (Haarlem), Mr. H. Iwema (Leeuwarden), J. H. H. Heines (den Bosch), H. J. van Leusen (Arnhem) en T. Polêe (Arnhem). Samengekomen aan het Station te Leeuwarden reden de deel nemers aan de excursie, om ongeveer i4u.40m, per autobus, door Frieslands vruchtbare landsdouwen, langs Stiens, Finkum, Hijum, Hallum, Marrum, Ferwerd, Blija naar Holwerd, waar, aan het einde van eene ongeveer i kilometer ver in zee vooruitspringende pier, zich de aanlegplaats bevindt van de groote motorboot, welke het verkeer onderhoudt tusschen Ameland en den vasten wal. Deze motorboot, die tevens dient als postboot, behoort aan 's Rijks Waterstaat, doch wordt als veerboot geëxploiteerd door den ondernemer Wagenborg te Delfzijl. Alleen bij «hoog waters kan de boot de aanlegplaats, zoowel aan de pier bij Holwerd als aan die bij Nes op Ameland bereiken, zoodat in den regel slechts eenmaal per dag de overtocht kan plaats vinden; daar de boot derhalve op het «getij» moet varen en dit eiken dag ongeveer 3li uur later optreedt, moest de excursie op 8 en 9 Juni worden vastgesteld, teneinde het voor de deelnemers mogelijk te maken, om, met inbegrip van de vaak lange reis van en naar hunne resp. woonplaatsen terug, de excursie in twee dagen te kunnen volbrengen. De overtocht met de boot, welke ongeveer een uur duurt, was een genot; de lucht was buiig met nogal zonneschijn, zoodat het gezicht op het aan den horizon opdoemende eiland Ameland onder de afwisselende verlichting schitterend was, terwijl de boot nauwelijks hinder ondervond van de door een zacht briesje uit het noordwesten aangestuwde golven. Soms kan het op de dan woelige «waddenzee» ook anders zijn, zoodat het dan voor een passagier, die niet over een paar behoorlijke «zeebeenen» beschikt, weieens ietwat ongemoedelijk kan worden. Prachtig was bij het naderen van de kust het gezicht op het zich steeds duidelijker tegen den hoogeren achtergrond afteekenende landschap en de met vee gestoffeerde «grieën» op den voorgrond, terwijl verder oostwaarts de helle flanken blonken der hooge stuifduinen van Oerd! Ongeveer om i7u40m meerde de boot aan den aanlegsteiger te Nes, waarna allen zich naar het Hotel Hofker begaven, waar 132

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 132