malen de gedachte bij mij op: Wat hebben we toch een reuzen-
geluk gehad!»
«Straks zullen we de gelegenheid hebben om nadere monde
linge inlichtingen op het terrein der Ballumer miede te verkrijgen
van het vroegere Commissie-lid, tevens Wethouder der gemeente
Ameland, den heer D. Klip. Beter, dan ik vermag, zal hij kunnen
vertellen van de groote voordeelen, die Ballum ondervindt van
deze vrijwillige ruilverkaveling. Een enkel voorbeeld ter illustratie:
Iemand had vóór de verkaveling no perceelen, te zamen onge
veer 5 ha. Daarvan kreeg hij 20 a 25 voer hooi; thans heeft
hij 6 perceelen en krijgt 40 a 50 voer hooi. Vóór de verkaveling
bezat Ballum 150 stuks melkbeesten, thans 250.»
«Mogen deZe resultaten reeds zeer verheugend zijn, de invloed,
die van deze onderneming uitging, heeft in de eerste plaats op
het eiland zelve zegen verspreid, en verder, zooals bekend is, in
wijden kring op het vaste land de aandacht getrokken.»
«Wanneer we nu zien, dat te Hollum een stoomzuivelfabriek
is gebouwd voor den veestapel van Ballum en Hollum te zamen
en dat verder door de Hollumers, onmiddellijk na de inwerking
treding der Wet, tot ruilverkaveling werd besloten, dan moge
hieruit blijken de overtuiging der bevolking, dat zij inderdaad in
de ruilverkaveling zien een sterke bevordering hunner landbouw
belangen.»
«Thans zal ik nog enkele mededeeüngen doen aangaande de
schatting van het blok «de Hollumer miede.»
«Reeds bij het opmaken van het advies aan Ged. Staten werd
een voorloopig grondonderzoek verricht, zoodat de vertegenwoor
digers der «Centrale Commissie» die de algemeene of bizondere
regelen voor de schatting moet vaststellen een richtsnoer
hadden om spoedig tot overeenstemming te geraken.»
«In tegenwoordigheid van de leden en plaatsvervangende leden
der «plaatselijke Commissie», van de schatters en van de des
kundigen (landmeter en landbouwingenieur) werden het eerst de
beste en daarna de slechtste gronden opgespoord en door het
maken van proefgaten de samenstelling der grondsoorten nage
gaan. Vervolgens werd nagegaan, hoeveel tusschenklassen er
gemaakt moesten worden. Eerst daarna werd de waarde van
elke klasse, nadat de karakteristieke kenmerken waren genoteerd,
vastgesteld. Zoo ontstonden de volgende klassen:
135
