143
(Juli 1927) 164, het aantal buitengewone leden 41 en het aantal
abonnés op het Tijdschrift 31.
Voor den financieelen toestand der vereeniging zij verwezen
naar de in het huishoudelijk orgaan opgenomen rekening en
verantwoording, waaruit blijkt, dat versterking der middelen
noodig blijft, zoodat wel voorstellen tot verhooging der contributie
onafwendbaar zijn en dan ook in de e.v. algemeene ledenver
gadering aan de orde zullen moeten worden gesteld.
Van onzen Indischen correspondent den heer A. J. Bruin
ontvingen wij bericht, dat hij eene particuliere betrekking aan
vaardde. In zijne plaats stelde zich beschikbaar de heer H. J.
Valkenhoff te Bandoeng, aan wien ons Bestuur berichtte, dat
het gaarne van dit aanbod gebruik maakte om hem als correspondent
aan te stellen.
Overeenkomstig het besluit der vorige algemeene vergadering
trad onze Vereeniging toe tot de Internationale Landmeters
federatie. Voor het Congres van 15 t/m 18 October 1926 te
Parijs wees ons Bestuur als afgevaardigden aan zijn Voorzitter en
den heer J. M. H. Heines. Laatstgenoemde woonde ook als
regeeringsvertegenwoordiger het congres bij. Voor het verslag
over dit Congres zij verwezen naar het daaromtrent reeds in
ons Tijdschrift gepubliceerde. Gevolg gevende aan den wensch
der vergadering van 10 September 1926 werd door ons Bestuur
gepoogd voor den regeeringsvertegenwoordiger vergoeding van
onkosten uit 's Rijks kas te verkrijgen. Uit besprekingen met
het Hoofdbestuur bleek evenwel, dat zulks ditmaal niet mogelijk
werd geacht; voornamelijk, omdat men nog niet kon beoordeelen
of vertegenwoordiging in het beginstadium, waarin de Inter
nationale Federatie verkeerde, voor het Rijk voldoende belang
zoude kunnen hebben. Op 27 Juni 1.1. woonde de heer Heines
een vergadering van het Permanente Comité bij; uit zijn verslag
(in deze aflevering opgenomen) blijkt dat de Intern. Federatie
zich geleidelijk ontwikkelt.
Na correspondentie met den heer Prof. Dr. E. Dolezal, presi
dent der Internationale Vereeniging voor Fotogrammetrie en met
de heeren I. Boer Hzn. en H. F. van Riel, die onze Vereeniging
vertegenwoordigdenophetBerlijnsche Congres, trad onze Vereeni
ging toe als lid dezer internationale organisatie, Sectie Duitschland.
Ten aanzien van de processen-verbaal van grensregeling worde