157
onder den vroegeren directeur Meydenbauer en zijn opvolgers
in geslaagd tot 1914 ongeveer 2000 bouwwerken in 315 ver
schillende plaatsen op fotografische platen vast te leggen. Voor
de opname van groote gebouwen zijn uit den aard der zaak een
groot aantal foto's noodig geweest, zoo b.v. voor den Keulschen
Dom 174, voor de Straatburgsche Münster zelfs 214.
Slechts een gering aantal dezer opnamen is tot teekeningen
geheel uitgewerkt. Door bezuiniging is deze instelling thans
wat in decadence. Zij heeft hare bakens moeten verzetten. De
fotogrammetrische zijde is naar den achtergrond gedrongen. Zij
kan zich thans slechts in stand houden door den verkoop van
foto's op artistiek en kunsthistorisch gebied. Zij legt zich daar
om in den lateren tijd ook toe op het fotografeeren (met gewone
camera) van beeldhouw- en schilderwerk en van belangrijke
producten van kunstnijverheid.
Waarom is de beschreven methode voor het opmeten van ter
reinen verlaten? Om de uitkomsten zoo goed mogelijk te krijgen
moet men over een grooten afstand tusschen de beide fotostand
plaatsen (de basis) kunnen beschikken. Zijn alle punten, die
moeten worden opgemeten, op de foto's gemakkelijk te identi-
ficeeren, zooals dat bij de opmeting van gebouwen het geval is,
dan zijn de moeilijkheden niet groot. Anders wordt het evenwel bij
de opmeting van bergterreinen. Als de basis eenigszins groot
is, is het opzoeken van identieke punten op de beide foto's
buitengewoon moeilijk. Het verschil in belichting op verschil
lende uren van den dag, en het verschil in sneeuwbedekking in
verschillende deelen van het jaar verhoogen de moeielijkheid nog.
Toen men in Oostenrijk en in Italië tot de practische toepassing
der fotogrammetrie in bergterrein overging, kwamen deze bezwaren
spoedig voor den dag. Zij bleken zoo ernstig, dat het een oogenblik
scheen, dat voor de fotogramrrfetrie geen toekomst was weggelegd.
De Groussilliers vestigde toen de aandacht op het feit, dat
men met twee-oogig zien verder kon komen, en Pulfrich werkte
zijn gedachten uit en bracht de fotogrammetrie in een nieuw
spoor. Hij en zijn volgelingen ontwikkelden de stereo-fotogram-
metrie tot een methode, die, naar het oordeel van heden betere
afbeelding geeft van het hooggebergte dan welke andere op
nemingsmethode ook.