eigenschap daarvan is, dat men automatisch ermede hoogtelijnen
kan teekenen. Men zet dan n.l. de hoogteschaal op een zekere
maat vast. (jevolg is dan, dat men met de merken niet meer
elk willekeurig beeldpunt kan bereiken, maar alleen die, welke
op de zoo even vastgestelde hoogte liggen.
Men zorgt nu verder de merken zoo te laten loopen, dat hun
beeld op het ruimtebeeld van het terrein blijft rusten. Dan heeft
men die terreinpunten uitgezocht, welke op de gewenschte hoogte
zijn gelegen. De teekenstift teekent van deze punten de horizon
tale projectie in het XY vlak, m. a. w. de afbeelding van de
hoogtelijn komt automatisch tot stand.
De stereomethode kan slechts dan worden toegepast, als er
van de standplaatsen uit voldoend inzicht in het terrein mogelijk
is. In grillig bergterrein zullen steeds kommen e. d. onbereikbaar
zijn, die zich dan op de kaart als witte vlekken zullen voordoen,
en dan volgens de gewone tachymetrische methode moeten worden
ingemetpn.
Voor ons terrein, waar inzicht zoo goed als niet is te verkrij
gen is de methode van geen beteekenis.
Als concurrent van de terrestrische stereo-fotogrammetrie is in
de laatste jaren de fotogrammetrie uit de lucht opgekomen. Zij
is in staat behoorlijke resultaten te leveren ook dan wanneer de
terrestrische methode faalt, omdat het inzicht in het terrein van
de lucht uit zooveel gemakkelijker kan worden verkregen.
Er zijn evenwel heel wat moeielijkheden te overwinnen geweest,
eer de toepassing is kunnen slagen.
Vóór den wereldoorlog werd de fotogrammetrie vanuit de lucht
slechts beoefend door fototoestellen omhoog te brengen in ballons
of met vliegers. De wereldoorlog bracht de verovering van de
lucht. Onmiddellijk werd daarvan gebruik gemaakt. Van uit
vliegtuigen werden foto's genomen om de vijandelijke stellingen
te verkennen. Toen men zich wat meer thuis begon te voelen
in de lucht, ging men met behulp van met verticale as opgeno
men foto's de terreinkaarten aanvullen met alles, wat de foto's
als nieuw aanwezen. Zoo is geleidelijk de luchtfotogrammetrie
ontstaan, eerst voor aanvulling, later voor het vervaardigen van
oorlogskaarten, naderhand ook als «regular» methode om kaarten
tot stand te brengen.
159