172
Artikel II.
In artikel 2 van de wet van den 3^ April 1922 {Staatsblad n°. 166)
worden de navolgende veranderingen aangebracht:
a. In i, eerste lid, worden de woorden drie centvervangen door:
vier cent.
b. In 1, tweede lid, worden de woorden één gulden vijftig cent
vervangen door: twee gulden en de woorden „drie gulden" vervangen
door: vier gulden.
c. Aan IV wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
De in het eerste en tweede lid van deze paragraaf bedoelde rechten
worden naar boven afgerond tot op tien cent of een veelvoud daarvan.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en
dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren,
wre zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering ue nana zuilen houden.
Gegeven ten Paleize Het Loo, den 2isten Juli 1927.
WILHELMINA.
De Minister van Financiën
De Geer.
Uitgegeven den eersten Augustus 1927.
De Minister van Justitie,
J. Donner.
Op blz. 91—94 van dezen jaargang is gepubliceerd het ontwerp
van het bovenstaande wetje, ingediend bij Kon. Boodschap van
10 Januari 1927, met de Memorie van Toelichting.
Bij brief van 4 Maart 1927 had de Minister een Nota van
Wijzigingen ingezonden; het gewijzigde ontwerp heeft later het
Staatsblad bereikt.
Niet onbelangrijk is de inhoud van de bij de behandeling in
de Tweede en Eerste Kamer gewisselde stukken. Behalve dat
de goede gedachten, die aan het wetje ten grondslag liggen,
erdoor naar voren worden gebracht, doen deze stukken toch ook
weer eens zien dat bij het in elkaar zetten van aan het hypo.
theekkantoor toe te passen regelen een gecompliceerde stof wordt
aangeroerd, een materie die niet altijd zoo eenvoudig te regelen
is als aanvankelijk soms mocht schijnen.
De bedoelde stukken mogen daarom hieronder een plaats vinden.
Toelichting bij de Nota van Wijzigingen.
Den ondergeteekende is gebleken, dat na de vrijstelling van de registers
van in- en overschrijving van zegelrecht twijfel zal kunnen bestaan of de
van die registers afgegeven afschriften en uittreksels wel onder artikel 23,