De heer ter Plegt antwoordt, dat hij namens het Bestuur de
inauguratie bijwoonde. Het gesprokene heeft toen op spreker
niet een zóó onaangenamen indruk gemaakt als het later ook
door hem gelezen verslag. Bovendien nam Prof. S. den minder
prettigen indruk bij spreker vrijwel geheel weg, toen hij hem na
afloop verzekerde de zaken enkel wat scherp te hebben gesteld
omdat hij de studenten tot meerdere belangstelling in de studie
der geodesie wilde opwekken. Het was zijn bedoeling niet aan
ons adres iets onaangenaams te uiten, maar er enkel op te wijzen,
dat de gemonopoliseerde Staatsdienst veelal te stroef werkt. Spr.
vond daarom geen reden tegen de betoogen van Prof. S. op
te komen.
De heer Smit is niet bevredigd. De motieven van Prof. S.
waren niet houdbaar. Hij verwijst naar uitingen in ons Tijd
schrift, die echter ook daar zijn tegengesproken. Z.i. had Prof S.
hierop moeten wijzen; nu hij dit niet deed was zijn betoog in
casu niet sterk, zelfs niet wetenschappelijk. Bovendien had het
Bestuur ook uit piëteit tegenover de Wageningsche opleiding
moeten opkomen tegen de beweringen van Prof S.
De heeren Prof. Dieperink en ter Plegt betoogen nog
maals, dat zij van het gesproken woord een geheel anderen indruk
kregen en een verweer niet noodig achtten.
De Voorzitter stelt dan voor het debat over deze kwestie te
sluiten; waarna het jaarverslag wordt goedgekeurd.
d. Hierna geeft de Voorzitter het woord aan den heer J. M-
de Casseres te Beverwijk, die zoo vriendelijk was de uitnoodi-
ging van het Bestuur tot het houden van een referaat over het
onderwerp: «Stedebouw en kaarten wetenschap» aan te nemen.
De heer de Casseres vangt zijne rede aan met eene om
schrijving van het begrip «Stedebouw». Hieronder verstaat spreker
niet het bouwen van steden, doch in het algemeen gesproken de
wetenschap die zich bezighoudt met eene rationeele indeeling
van het oppervlak der aarde of van een deel daarvan. Degene,
wiens taak het is, deze wetenschap te beoefenen heeft als grond
slag voor zijn arbeid noodig een^ kaart, die kan voldoen aan den
eisch, dat zij eene getrouwe afbeelding inhoudt van het opper
vlak der aarde, nauwkeurig op eene schaal van i a ioooo is
vervaardigd, voorzien is van^ hoogtelijnen, enz.
178