In verband hiermee bespreekt hij het kaartenmateriaal aanwe zig in verschillende Europeesche landen. Buitengewone waar deering heeft spreker voor datgene wat de Zwitsersche geodeten hebben tot stand gebracht. Ook is Zwitserland het eenige land, waar men beschikt over een leerstoel in de kaartenwetenschap in ruimen zin. Engeland bezit eene kaart op i a ioooo ongeveer, die een buitengewoon goede grondslag is voor den stedenbouwer. Onze Nederlandsche stafkaart kan de vergelijking met het buitenland doorstaan. Voor den stedenbouwer is zij echter niet geschikt daar de schaal i a 25000 eene verteekening noodig__, maakte en bovendien te onnauwkeurig is^ Voor militair en toeris tisch gebruik is deze kaart uitstekend; voor ander werk niet. Ook aan de kadasterkaarten heeft de stedebouwkundige niet voldoende, daar op deze kaarten eerstens de hoogtelijnen ont breken en in de tweede plaats de terreinsobjecten, die voor het doel van den kadastralen dienst geen belang hebben, niet zijn afgebeeld. In Zwitserland voorziet men thans de kadastrale overzichts kaarten op 1 a 10000 van hoogtelijnen en beeldt men er tevens de terreinobjecten op af. Daar zal men dus in de toekomst een voor den stedebouwer bruikbaren grondslag verkrijgen. Spr. is van oordeel dat ook bij ons de vervaardiging van een grondkaart van het geheele Rijk_tot de taak van den Staat be hoort en niet tot die van particuliere geodetische bureaux. Hij meent, dat deze dit werk ook alleen doen, omdat men bij het kadaster te weinig personeel heeft, te «zuinig» is. Z. i. zijn echter aan de totstandkoming van dergelijke kaarten zulke groote economische belangen verbonden, dat de daaraan te besteden millioenen volkomen gerechtvaardigd zouden zijn. Wat de stedebouwkundige noodig heeft zal volgens sprekers meening wellicht het beste verkregen kunnen worden door ge bruik te maken van luchtfoto's, omdat daaraan schier alle ge- wenschte gegevens ontleend zullen kunnen worden. Tenslotte betoogt spreker dat de militaire topographie uit den aard der zaak slechts militaire doeleinden nastreeft en dat de topographische dienst een burgerlijke dienst moet worden. In dit verband kan gewezen worden op Duitschland, waar, na het verdrag van Versailles, de topografische dienst een burgerlijke instelling werd, en waar hierdoor buitengewoon gunstige resul- 179

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 179