Hij vraagt aan den spreker of hem bekend is, of hier silhouetten-
kaarten zijn gemaakt en hoe die in de praktijk voldoen.
De heer Polêe meent, dat men zich, zoolang er niets beters
is, zal moeten behelpen met de top. kaart i a 25000. De fouten
daarin zijn echter dit in tegenstelling met de meening van
den heer Hamelberg niet zoozeer een gevolg van de kadastrale
kaart, maar van de werkwijze gevolgd bij de vervaardiging der
top. kaart. Indien men eerst de coördinaten transformeerde zou
het mogelijk zijn een goede kaart te maken. Voor het aan
brengen van hoogtelijnen op onze kaarten zal er eerst weer ge
schoold personeel moeten zijn. Spr. zou de luchtfoto's willen zien
opgenomen in het kadastraal archief. Ook voor het kadaster
hebben zij groote waarde.
De heer de Casseres is aangenaam getroffen door de waar
deering die zijne rede ondervond. Hij heeft nadrukkelijk ver
klaard géén critiek te willen uitoefenen. De militaire verken
ningen zullen wel wetenschappelijk worden verricht, maar de
fout zit z. i. op administratief terrein. De militair kan zich niet
instellen op de behoeften der burgerlijke maatschappij. De
kaartenwetenschap moet de geheele maatschappij dienen en de
militaire dienst werkt alleen voor militaire doeleinden.
Naar aanleiding van het door den heer Heines gesprokene
merkt hij op dat de rechtsgrenzen ook voor den stedebouwer
van groot belang zijn. Deze moeten namelijk de «focus» zijn
van den kadastralen dienst, maar de moeite om de kaart tevens
geschikt te maken voor den stedebouwer zou niet zoo groot zijn.
Voor een «léége» kaart, als waarvan de heer Smit sprak, voelt
ook hij niets. Het geeft blijk van een verkeerd inzicht der
autoriteiten als zij langzamerhand allerlei gegevens van de kaart
doen verdwijnen. Hij merkt verder op, dat als de stedebouwer
zal beginnen, er een kaart moet zijn en hij dan niet meer op
de meting kan wachten.
Als er nu niets anders dan wijziging van administratieve voor
schriften noodig is, om de kaart waarde te doen hebben voor
den stedebouwer, dan zou hij deze vergadering wel willen vragen,
daartoe mede te werken.
De heer Hou ben acht het verzoek van den heer de Casseres
dat de vergadering zich zou uitspreken tegen het z.g. leegmaken
der kaart, niet zoo eenvoudig. Immers dit is in hoofdzaak een
181