i85 De Voorzitter zegt toe, dat het Bestuur de aangelegenheid ter sprake zal brengen bij het Hoofdbestuur. De heer de Korver spreekt een woord van afscheid tot den aftredenden voorzitter Oosterman. Deze heeft 4 jaar lang onder niet gemakkelijke omstandigheden den hamer gezwaaid en namens de leden dankt hij hem voor alles wat hij in het belang der vereeniging heeft gedaan. i. Aan de orde komt de bespreking van de vraag of het wenschelijk is, dat, alvorens over te gaan tot eene actie voor de totstandkoming van eene Wet op de Grensregeling, aan de Regeering wordt verzocht, op ruime schaal proeven te doen nemen, opdat kome vast te staan aan welke eischen en voor waarden de processen-verbaal van grensregeling in den bijhou- dingsdienst moeten en kunnen voldoen. De Voorzitter leest thans voor den brief d.d. 28 Februari 1927 door het Bestuur verzonden aan de Vereeniging van Hoofd ambtenaren van het Kadaster. De conclusies waartoe het Bestuur is gekomen zijn deze: Het proces-verbaal moet inhouden eene zoo beknopt moge lijke omschrijving van de op te meten grens, een en ander met vermelding van eenvoudige maten, een schetsje, enz. doch altijd zóó, dat het voor den normalen aanwijzer begrijpelijk blijft. Deze omschrijving moet zóó zijn dat de nieuwe eigendomsgrens althans in de naaste toekomst met behulp hiervan kan worden uitgezet. Gedurende de proef is het op te maken stuk een onderhandsch: het moet evenals de schriftelijke volmacht tot aanwijzing op zegel gesteld. Wenschelijk zal zijn dat deze stukken bij A. M. v. B. van zegelrecht worden vrijgesteld. De heer Heines sluit zich aan bij de opvatting van het Bestuur. Het gaat thans om de vraag, of wij aan het Hoofdbestuur moeten verzoeken om een proef met processen-verbaal bij den bijhoudingsdienst. Een en ander is uitvloeisel van de het vorig jaar door den heer Kreeftenberg gehouden voordracht; deze wenschte de «objectieve rechtszekerheid» door middel van het proces-verbaal te bevorderen, maar was niet vóór een proef. Er zijn dan ook nadeelen aan verbonden; als zoodanig noemt spr. het vooralsnog ontbreken van den wettelijken grondslag, waardoor

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 185