de juridische beteekenis van het proces-verbaal en het aanvullende
veldwerk beperkt is, en de vermeerdering van werkzaamheden-
Daartegenover staat als voordeel: dat dat er nog meer werk
wordt gemaakt van de aanwijzing, en dat men door de proef
in verschillende terreinen te nemen meer gedocumenteerd komt
te staan ten opzichte van de invoering der wet. Hij ziet erin
een bevordering van de totstandkoming der wet en het volgen
van de historische lijn door de Vereeniging naar het rechts
geldige kadaster toe. Om aan het proces-verbaal althans zoo
veel mogelijk beteekenis te geven zal voorloopig wel de
vorm van onderhandsche akte moeten worden gekozen, zooals
het Bestuur voorstelt. Op de erbij behoorende teekening moeten
wèl maten t.o.v. vaste punten voorkomen. In dit verband toont
spr. een dergelijk in Frankrijk opgemaakt stuk. Uitgebreide
discussie over den juisten vorm en inhoud van het proces-verbaal
lijkt spr. ongewenscht thans; een proef kan daarvoor uitsluitsel geven.
De heer Hoving acht het agendapunt niet volledig; daar er
enkel over den bijhoudingsdienst wordt gesproken. Hij doet
mededeelingen over de in de gemeente Borculo opgemaakte
processen-verbaal en ziet voordeel in het gebruik maken van een
veldwerk-doordruk als teekening bij het proces-verbaal.
De heer Iwema is vóór een proef. Men mag het op te
maken stuk thans echter nog geen proces-verbaal noemen; zoo
lang de wet op de grensregeling ontbreekt zal het eene onder
handsche akte zijn. Voorts moet het stuk z.i. bevatten eene
identificatie der op te meten grens.
De heer Smit acht thans de waarde van een proces-verbaal
nihil. Zoolang de technische grondslag van het kadaster niet
compleet is, kunnen we de grens niet blijvend vastleggen en
zouden we dus het publiek misleiden.
De heer Houben is in principe niet tegen de proef maar hij
acht haar overbodig. Hij is ervan overtuigd, dat de opmaking
van een proces-verbaal, in den zin van het wetsontwerp op de
grensregeling, ook voor den bijhoudingsdienst steeds mogelijk is.
Hij vreest, dat de proefneming de door hem veel meer nood
zakelijk en belangrijk geachte uitbreiding van den technischen
grondslag zal tegenhouden.
De heer de Vroome vraagt, of het Bestuur eenige gegevens
bezit, waaruit kan blijken, dat een door het kadaster aangewezen
186
