de wenschelijkheid om te ageeren voor verhooging van het
minimum-salaris van den landmeter. Na eenige discussiën, waarbij
blijkt, dat ook verhooging van het maximum-salaris door vele
leden noodig wordt geoordeeld, wordt besloten de zaak aan de
diligentie van het Bestuur over te laten.
h. 2. De door de Afdeeling Arnhem voorgestelde motie
luidende: «De Vereeniging acht het een ongewenschte toestand,
«dat in meerdere divisiën de naziening der metingstukken groo-
«tendeels door teekenaars geschiedt en draagt het bestuur op om
«overleg te plegen met de Vereeniging der I. V.'s om ook op
«dit punt uniformiteit te verkrijgen b.v. door dit werk te laten
«doen door oudere landmeters, die voor den velddienst minder
«geschikt zijn en liever kantoorwerk verrichten», vormt daarna
het onderwerp der besprekingen. Hierbij blijkt, dat meerdere
leden van meening zijn, dat de opdracht tot naziening aan tee
kenaars strikt beperkt moet blijven tot het naspeuren of geen
materieele fouten zijn gemaakt en dat men niet gediend is van
opmerkingen over kwestieuze punten en zaken, waarvan deze
ambtenaren in 't geheel geen begrip hebben. Deze leden erkennen
echter, dat de zaak veelal aan het oordeel van den I. V. dient
overgelaten en hoewel men algemeen van oordeel is, dat naziening
door een landmeter, die niet of minder geschikt is voor den veld
dienst is, de voorkeur verdient, voelt men niet de noodzakelijk
heid om de motie te accepteeren.
Bij stemming verklaart zich de meerderheid der leden dan ook
tegen de motie en wordt deze verworpen.
i. De secretaris doet nu mededeelingen naar aanleiding van
de ontworpen organisatiebesluiten D. B. enz. en den gang van
zaken in het georganiseerd overleg. Waar deze niet voor pu
blicatie bestemd zijn, moet dit verslag hierover het stilzwijgen
bewaren.
k. over de Redactie van het H. O. vraagt geen der leden
het woord.
De benoeming van twee afgevaardigden en twee plaats
vervangers in den Vereenigingsraad der Centrale van Hoogere
Rijksambtenaren, benevens de benoeming van afgevaardigden
naar de Algemeene Vergadering der Ondersteuningsvereeniging
wordt aan het Bestuur overgelaten.
m. Bij de rondvraag wordt nog het volgende besproken:
igó