komt, is de «schatting». Voor een goede verkaveling zoowe
als voor de belanghebbenden is de schatting eene der belang
rijkste zaken en daaraan wordt dus de meest mogelijke zorg
besteed. Daar de wijze van schatten geheel afwijkt van gewone
schattingen, zal daarop wat nader worden ingegaan.»
«Het terrein te Hollum is te splitsen in 2 gedeelten, waarvan
het eene deel ten Westen en het andere ten Oosten van het
dorp ligt. Het westelijke deel wordt begrensd door de duinen
en den zeedijk en noordwaarts verder ook door de bouwgronden
van Blieke, een terrein even versnipperd als het ruilverkavelings-
gebied zelf, doch dat helaas niet in het blok van ruilverkaveling
kon worden opgenomen, trots de krachtige pogingen daartoe
indertijd door de Centrale Commissie aangewend.»
«Het oostelijke gedeelte is een afgesloten geheel de z.g. Ooster-
miede, een terrein bijna nog geheel omgeven door den ouden
zoden-zeedijk, die vroeger het land tegen de zee moest beschermen.
Deze dijk werd opgebouwd en hersteld met zoden, welke van
de buitenweiden werden gestoken, terwijl eene tusschenlaag van
zeewier als bindmiddel diende. Hier en daar is nog goed de
eigenaardige constructie van dezen dijk te zien; op vele plaatsen
is hij vroeger doorgeslagen en bevinden zich nu aan den binnen
kant de z.g. wielen.»
«De bodemgesteldheid van deze twee gedeelten hebben we
door de schatting grondig leeren kennen. Reeds bij de voor
bereiding van de ruilverkaveling zijn door proefboringen de ver
schillende grondsoorten vastgesteld en de kennis daarvan wordt
nog vermeerderd op de te houden schattingsvergadering, waar
aan deelnemen de Centrale Commissie, de plaatselijke Commissie,
de schatters, de landmeter en de landbouw-ingenieur. Er wordt
een rondgang over het terrein gedaan, waarbij eerst het beste
land volgens plaatselijk oordeel wordt opgezocht. Hier
wordt een ongeveer 80 cm diep gat gegraven en de structuur
van den bodem opgenomen en genoteerd. Daarna wordt het
slechtste land opgezocht, opgegraven en genoteerd, vervolgens
het middelmatige en zoo vervolgens tot men alle voorkomende
en van elkander verschillende gronden bezocht en genoteerd
heeft. Door middel van deze gegevens worden nu voor het
grasland en het bouwland verschillende klassen vastgesteld en
door onderlinge vergelijking daaraan waarden toegekend in ver-
201
