voldoen. Natuurlijk wordt door de plaatselijke Commissie het
voorloopige plan, dat bij de aanvrage der ruilverkaveling is op
gemaakt, als grondslag genomen; dit plan wordt globaal uitgezet
en door de plaatselijke commissie op het terrein nagegaan. Aan
te brengen veranderingen worden met de Centrale Commissie
besproken en daarna het definitieve ontwerp aan Gedeputeerde
Staten ter goedkeuring gezonden; na deze goedkeuring wordt
het wegen- en waterloopennet definitief uitgezet en berekend
welk percentage van zijn «inbreng» ieder belanghebbende voor
de wegen en waterloopen zal moeten afstaan.»
«Hierna zijn de werkzaamheden genaderd tot het voor de be
langhebbenden meest belangrijke stadium, nl. de «toedeeling»
der nieuwe kavels. Bij de reeds vroeger in ons land uitgevoerde
ruilverkavelingen werd de toewijzing bij loting gedaan; dit was
mogelijk omdat alle belanghebbenden te voren hadden verklaard,
daarmede genoegen te zullen nemen. Bij eene «gedwongen»
verkaveling is dat niet noodig, bovendien kan men bij eene
oordeelkundige toedeeling voor de belanghebbenden ook veel
meer voordeelen uit het plan halen en wordt niet de kans ge-
loopen, dat iemand schromelijk wordt benadeeld. Immers door
loting zou bijv. iemand die vroeger voor veel geld perceelen bij
het dorp had gekocht, verder weg kunnen komen te liggen,
terwijl ook iemand, die in het noorden woonde, zijne toedeeling
in het zuiden zou kunnen krijgen. Om echter eene goede toe
deeling te kunnen doen, moet men van alles op de hoogte zijn
en het is zaak om van den eersten dag af, dat met de verkaveling
wordt begonnen, alles aan te teekenen, wat daarmede verband
kan houden. Zoo werd van eiken eigenaar aangeteekend de
juiste woonplaats, de aard van zijn bedrijf, het gebruik van zijne
oude perceelen, of de perceelen verhuurd werden, de familie
verhoudingen enz. Bovendien werden alle belanghebbenden in
de gelegenheid gesteld om hunne wenschen ten opzichte van de
ligging der nieuwe kavels kenbaar te maken. Deze wenschen
werden op schrift gesteld en door belanghebbenden onder
teekend. Verder weet men door de schatting, welke grondsoorten
door ieder zijn ingebracht en met alle deze wetenschap en toe
gerust met eene grondige terreinskennis zet de landmeter zich
aan het werk tot het opmaken van een voorloopig ontwerp. Dit
ontwerp wordt grondig met de plaatselijke Commissie besproken,
206