hoekspunten. De veelhoekszijden zijn gemiddeld 190 m lang en
zijn alle tachymetrisch bepaald.
De veelhoekszijden langs den omtrek van den polder zijn door
den heer Kikkert tijdens de detailmeting in heen-en teruggang
met de veer gemeten. Met het oog op de latere vergelijking met
de tachymetrische uitkomsten is deze directe meting met groote
zorg uitgevoerd. Het verschil tusschen heen- en teruggang be
draagt gemiddeld 1.5 cm. Het grootste verschil is 6 cm. De
meetveer is te Wageningen vergeleken met de daar aanwezige
maat en de gemeten lengten zijn hiernaar gecorrigeerd.
Om een beeld te krijgen van de nauwkeurigheid der verschil
lende polygoonmetingen zijn de veelhoekspunten 14, 17, 23, 26,
6, 56 en 59 tevens als Snelliuspunt bepaald.
Als m. f. in de tachymetrisch gemeten afstanden (van gemid
deld 95 m) is gevonden gemiddeld 1.14 cm. Dit geeft voor de
polygoonzijde (van 190 m) een m. f. van gemiddeld 1.6 cm. In
onderstaand staatje zijn de m. f. in de halve polygoonzijde gerang
schikt naar het aantal malen dat ze voorkomen.
3
7
8
213
m. f.
aantal.
De lengten zijn bepaald uit 8 waarnemingen.
0.4 cm.
I
Eenige malen, als door harden wind of on
0.5
2
dulatie de waarnemingen onzeker leken, is
0.6
een grooter aantal verricht b.v. 12 of 16.
0.7
11
Het gemiddelde uit dit grootere aantal bleek
0.8
15
echter steeds gelijk te zijn aan het gemid
0.9
12
delde uit de eerste acht waarnemingen. Hieruit
1.0
I?
is af te leiden dat het onder ongunstige
I.X
18
weersomstandigheden geen zin heeft meer
1.2
9
dan 8 waarnemingen te doen. Bij de be
i-3
12
rekening der m. f. zijn de eerste 8 waar
1.4
10
nemingen van dergelijke series gebruikt.
i-5
De polygonen zijn berekend zoowel met
1.6
de tachymetrisch als met de door directe
i-7
5
meting gevonden lengten.
1.8
2
De coördinaten der polygoonpunten 14,
1.9
1
17, 23, 26, 6, 56 en 59 (en voor den trek
2.0
1
11 - 31 ook van punt 20) zijn daarna ver
2.1
1
geleken met de coördinaten die voor deze
2-5
1
punten gevonden zijn door ze te vereffenen
als Snellius punt.