217
tweede gedeelte grooter is dan in het eerste en door de procents-
gewijze indeeling bij de aansluiting dus niet verdwijnt, kan een
aanmerkelijk grootere afwijking verwacht worden in de coördinaten
der veelhoekspunten.
Bij de zijde r53 (227 m), die over een dijkhelling gemeten
is, voortoont de veermeting een verschil van 23 cm met de tachy-
metrische, terwijl tusschen heen- en terugmeting slechts 3 cm
verschil is.
Ten slotte nog eenige algemeene opmerkingen.
Voor de acht aflezingen op de baak ter bepaling van een lengte
en het meten der helling was bij gunstig weer 5 a 10 minuten
noodig. Bij helder, windstil weer gaat de meting zeer vlot en
kosten de aflezingen zeer weinig inspanning. Bij harden wind en
bij sterke ondulatie duurt het aflezen echter veel langer en is
inspannend. Bij zeer sterke ondulatie kan de aflezing onmogelijk
worden. Door de gunstige tijden van den dag te kiezen kon het
bezwaar van ondulatie grootendeels worden ontgaan. Bovendien
bleek de ondulatie boven den pas drooggemaakten polder veel
sterker te zijn dan boven de omliggende dude polders, zoodat in
ander terrein misschien minder bezwaar zal worden ondervonden
van dit verschijnsel.
Het opstellen van den theodoliet is niet in aanmerking te nemen
bij het bepalen van den tijd, noodig voor de tachymetrische op
name, daar de theodoliet toch in ieder polygoonpunt moet worden
opgesteld voor het meten van den hoek.
Polygoon.
Lengte.
Afstand en azimuth van het aansluitings-
driehoekspunt t/o van het berekende eind
punt van den polygoon.
Afstand.
Azimuth.
tach.
dir.
tach.
dir.
WilnisDP 11
2100 m
0.23 m
0.66 m
tC
r^.
GO
12 g
DP 1i-DP 20
1830
0.17
0.52
137
117
DP 20DP 31
1990
0.18
0.78
291
126
DP 11DP 3 1
3820
0.41
i-33
2 20
136
DP 31Mijdr. 11
2150
0.32
0.62
2 9
261
Mijdr. II—Wilnis
2430
0.15
0.65
IOI
301
VP 6DP 62
1780
0.21
142
DP 62VP 36
1230
0.13
363