geheele tachymetrie in toepassing te brengen en ik betwijfel het
of dan de toepassing van een horizontale baak wel is aan te be
velen. De horizontale baak n.l. heeft haar eigenaardige bezwaren
tegenover de verticale baak:
i° moet men, wil men de hoogteverschillen weten, bij gebruik
making van de horizontale baak, de hoogte van die baak boven
het daaronder gelegen meetpunt, eiken keer rechtstreeks meten.
2° de horizontale baak zal dikwijls bij niet open terreinen
(begroeide of bebouwde terreinen enz.) niet kunnen worden aan
gewend, omdat geen ruimte daarvoor aanwezig is.
Daartegenover heeft toepassing van de verticale meetbaak de
volgende voordeelen.
De baak kan practisch genomen, overal worden opgesteld, aan
gezien nagenoeg geen ruimte daarvoor noodig is.
Door aflezing van den middendraad (van het uit 3 horizontale
draden bestaande diaphragma) wordt de afstand van het punt
waarop gericht wordt, tot het daaronder gelegen meetpunt, recht
streeks verkregen.
De afstandaflezing kan op elk gedeelte van de baak plaats hebben.
Die aflezing kan, gesteld dat men een baak van 3 meter lengte
gebruikt, zoowel aan den top als aan den voet geschieden. Na
tuurlijk is de aflezing in beide gevallen verschillend maar aan
gezien deze bedragen in beide gevallen moeten worden vermenig
vuldigd met het vierkant van den cosinus van de (verschillende)
hellingshoeken, krijgt men als resultaat denzelfden horizontalen
afstand.
Men moet veel aan tachymetrie hebben^ gedaan om de groote
waarde dezer omstandigheid te kunnen beseffen. In boschrijke,
begroeide, bebouwde of van andere hindernissen voorziene ter
reinen staat of valt de tachymetrie grootendeels met deze omstandig
heid. Een gedeelte onverschillig welk van een verticale baak,
dat men nog juist even kan zien tusschen eenige struiken, boomen,
of andere obstakels, is voldoende om de gewenschte meetgegevens
te verstrekken. De horizontale baak zou in dergelijke gevallen
onbruikbaar zijn.
Het groote nadeel van de verticale baak, zou volgens velen
zijn, dat men den invloed der z.g. differentiaal-refractie niet kan
ontgaan. Is dat wel zoo, of liever is die invloed zoo overwegend?
Een lichtstraal die van zeer grooten afstand tot ons komt (laten
2ig