27 het oneindig verre punt van de lijn o x vindt men door van uit <r een lijn te trekken o x. Deze snijdt O X in F. Evenzoo is f de afbeelding van het oneindig verre punt van de lijn O X. De punten f en F zullen wij vlnchtpunten noemen. De formule (i) is door speciale keuze van de nulpunten op de lijnen te vereenvoudigen. Stelt men: x x /3 X X-f- dan is: X ai /3) bi a2 (x /3) "f" t>2 of X x j (aj a2 (z)x (a2 ƒ3 -j- b2) X -j- ai (3 -(- bj oc b2 a2 a: ƒ31 a2 Bepaalt men nu x en ƒ3 zoo, dat: (ai a2 x) o (a2 ƒ3 -f- b2) o dan wordt, het constante deel van het tweede lid k stellende, X x k (3) Men bepaalt nu gemakkelijk, waar de nulpunten zijn gelegen, die tot de vergelijking (3) voeren, als volgt: De betrekking (3) voor f toepassende, zegt: OO.x.f k dus Xf o Evenzoo Xf o De betrekking (3) geldt dus als f en F als nulpunten worden aangenomen. Zijn drie punten Xj x2 x3 en hun beeldpunten Xj X2 X3 gegeven, dan is de plaats der punten f en F als volgt te berekenen. Is x2 resp. X2 het middelste punt, dan heeft men: (x2 xf) (Xa XF) k Noemt men nu (x2 Xf) u, X2 Xf= U dan wordt u U k Voor het punt Xi resp. Xi is (X, Xf) (X1 XFk Stelt men nu x2 xj a en de overeenkomstige waarde op de tweede lijn gelijk A, dan vindt men (u a) (U A) k Noemt men x3 x2 b en X3 X2 B, dan vindt men (u b) (CJ B) k

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 27