Men elimineert k en vindt U en u aldus: A B A B U A B a b b. De afbeelding van een plat vlak. Gegeven zijn twee vlakken. In ieder vlak wordt een coördinaten stelsel gekozen xoy en XOY. Een willekeurig punt in het eerste vlak is bepaald door zijn coördinaten x en y. Voegt men nu de punten van net tweede vlak zoodanig toe aan die van het eerste, dat met een punt x y van het eerste vlak correspondeert een punt XY van het tweede vlak, terwijl jr a-i x -j- bi y -|- Ci ya2 x -f- b2 y -j- c2 a3 x -f b3 y c3 a3 x-j-b3 y-f c3 (waarbij weer a, b, c, transformatieconstanten zijn), dan zegt men, dat het eerste vlak projectief op het tweede is afgebeeld. Omgekeerd blijkt aiX-)-b] Y-j-Cj a2'X-j-b2 Y-j-c2' ~a3'X b3'Y c3' ~a3'X b3'Y c3' W De afbeelding van de punten van het tweede vlak op die van het eerste blijkt van gelijken aard. Bovendien blijkt, dat bij één punt van het eerste vlak slechts één punt van het tweede vlak behoort en omgekeerd. De afbeelding is weer één-éénduidig. Vervangt men in de vergelijking van een rechte in het eerste vlak Ax -f- By-)-C o x en y door X en Y, dan verkrijgt men de betrekking tusschen de coördinaten van de beeldpunten dier rechte. Na herleiding komt er A'X-f B'Y-f C'o Een rechte gaat door deze afbeelding in een rechte over. Men kan aantoonen, dat iedere afbeelding, die een willekeurige rechte in een rechte doet overgaan, een projectieve transformatie is. Bijzondere projectieve transformaties zijn dan de affiene, de gelijk vormigheidstransformatie, en de bewegingstransformatie. ((3) 28

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 28