x M 3* Men weet verder, dat bij x o behoort X o, zoodat ook bi o en ci o moeten zijn, of y Bij deze keuze van het assenstelsel worden dus de formules zeer eenvoudig. De ligging van de snijlijn (ook wel perspectiviteitsas genoemd) ten opzichte van deze bijzondere coördinatenstelsels, kan gemak kelijk gevonden worden, als men door het punt m resp. M een lijn trekt evenwijdig met f f resp. F F. Deze lijn snijdt den vierhoek der gegeven punten in twee punten 1 en n resp. L en N, die elkanders beeldpunten zijn (zie fig. 2). Deze punten hebben dezelfde y, resp. Y, nl. ym resp. Yra, zoodat men heeft a xi ax„ en afgetrokken, of ym ym (Xi Xu) ym a (xi xn) - (Xi - Xn) a - ym -~pr-=-p (7) (xi xn) Op de snijlijn worden alle punten in zich zelf afgebeeld. Daar is dus Xs xs waaruit volgt, in verband met (6d) ys a (8) De grootheid Ys vindt men uit b Ys= (8a) y» terwijl b gevonden wordt uit Ym ym b. In tegenstelling met wat in hoofdstuk a voor de perspectieve ligging van twee lijnen is beweerd, vindt men nu, dat de snijlijn der vlakken volkomen bepaald is. Men kan perspectieve ligging van twee vlakken wel op meer dan één wijze tot stand brengen, echter uitsluitend door den hoek tusschen de twee vlakken te wijzigen. Perspectieve ligging van twee vlakken is slechts enkel voudig onbepaald. aX fA Xi en X,i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 32