35 De lijnen loodrecht op F zijn alle evenwijdig. Zij worden dus afgebeeld als lijnen, die alle door een enkel punt van f gaan. Wij zullen dit punt f noemen. Onder de lijnen door f is er één, die loodrecht op f staat. De lijnen loodrecht op f worden eveneens afgebeeld in de ruimte X Y Z als rechten, die alle gaan door een punt van het vlak F. Wij noemen dit punt F. De loodlijn door f op f wordt afgebeeld als de loodlijn door F op F. Wij kiezen deze bijzondere rechte in iedere ruimte als x resp. als X as van het coördinatenstelsel. Wij noemen ze hoofd assen der afbeelding. Ieder vlak door de hoofdas x wordt afgebeeld als een vlak door de hoofdas X. Vlakken door de hoofdassen, die met elkaar correspondeeren, snijden correspondeerende vlakken, evenwijdig met f, resp. F, volgens lijnen, die elkanders afbeelding zijn. Kiest men den oorsprong van de coördinatenstelsels resp. in f en F, dan geldt volgens (3) voor ieder punt van de hoofdas X x a of X x Voor dit bijzondere stelsel is dus bj Ci o, dj a, a4 1, b4 c4 d4 o zoodat, Y a2 x b2 y -F c2 z -f d2 ya3 x b3 y -|- c3 z -f- d3 x Daar verder een punt van de x-as als een punt van de X-as wordt gevonden, moet voor z y o ook Z Y o, zoodat men moet stellen a2 d2 a3 d3 o of: Y b2 y c2 z z b3 y c3z In ieder vlak loodrecht op de x-as is x constant. Een figuur in zulk een vlak gelegen, wordt dus getransformeerd met behulp X X X

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 35