43
opgave is echter niet wettelijk voorgeschreven (art. 8 der wet
van 1832, dat dit voor de notarieele akten bepaalde, is door de
Registratie wet 1917 vervallen); de inrichting van de registers zal
dus zoodanig moeten zijn, dat onafhankelijk daarvan een be
trouwbaar titelonderzoek mogelijk is.
Dit zou te verkrijgen zijn door het register 69 te laten bestaan
en in te richten zooals door genoemden schrijver is betoogd.
Een nieuw K. B. is daarvoor echter noodig; komt dit niet tot
stand, dan zou het gewenscht zijn, dat bij het vaststellen van de
voorschriften voor de bijhouding der nieuwe registers met deze
bezwaren rekening gehouden werd.
C. J. Ki.uvers.
BOEKBESPREKING.
Hypotheekrecht, door Mr. A. S. van Nierop, Directeur
der Hypotheekbank voor Nederland. W. E. J. Tjeenk
Willink, Zwolle, 1927.
De serie «Publiek- en Privaatrecht» is met een nieuwe uitgave
verrijkt, en wel met een bewerking van het Hypotheekrecht.
Niet dan na aarzeling heeft de schrijver de bewerking van het
hypotheekrecht op zich genomen, daar hij zich bewust was, dat
een bespreking van de kronkelpaden van het hypotheekrecht,
welke in zoo tallooze richtingen het woud des rechts doorkruisen,
het gevaar meebrengt, dat de schrijver afdwaalt en de behandelde
stof onoverzichtelijk wordt.
De schrijver stond dan ook niet voor eene gemakkelijke maar
wel voor eene dankbare taak. Er bestond in onze rechtslitteratuur
behoefte aan de behandeling van het hypotheekrecht in zijn vollen
omvang door iemand, die vertrouwd is zoowel met de theoretische
beschouwingen over genoemd recht als met de praktijk daarvan.
De schrijver is ten volle voor deze moeilijke taak berekend, en
ondanks eenige ernstige bedenkingen, die in hoofdzaak meer de
verzorging van de uitgave dan de eigenlijke bewerking betreffen,
kan deze laatste zeer geslaagd genoemd worden en heeft de
schrijver eene groote leemte in onze rechtslitteratuur aangevuld,