58 brengen ervan bij praktische toepassingen valt dus niet te denken, en toch moet bij nauwkeurigheidstachymetrie deze bron van fouten worden vermeden, vandaar de horizontale opstelling. Zoowel de theoretische onderzoekers als de practici (Zwitserland) hebben zich stellig vóór deze uitgesproken. Die opstelling geschiedt op een licht statief, waarop de baak wordt geklemd in een draaistel, dat voorzien is van 3 stelschroeven en van een graadverdeeling. Boven op de baak zitten een paar spitse nokjes om te vizeeren, zij is verder voorzien van een buis niveau en van een eenvoudige inrichting om den stand van de baak loodrecht op de richting te kunnen controleeren van den theodoliet uit. Bij de tachymetrische polygoneering wordt aan de centreering van het instrument de uiterste zorg besteedzij geschiedt met een Nagel-instrumentje en schuif- en klembare bussen, waarin centreer- plaatjes en richtkegeltjes passen. Men dient de beschikking te hebben over een drie- of viertal theodolietstatieven. De gang van zaken bij de methode is als volgt: Bij het beginpunt, zeggen we P^ wordt een statief opgesteld en wordt een bus in het schuifstuk van den kop met behulp van het Nagel-instrumentje gecentreerd. Passend in de bus komt een «kruis», waarboven de theodoliet met centreerstift wordt opgesteld. Onderwijl is door den eersten meetarbeider in P2 een statief op gesteld en een bus gecentreerd, waarin geen kruis, doch een richtkegeltje wordt geplaatst. Dit zwart gelakt kegeltje komt scherp uit tegen een erachter geplaatst wit schermpje. In P! heeft de hoekmeting plaats en zoodra deze is afgeloopen, plaatst de gereedstaande tweede meetarbeider de op het lichte statief geklemde afstandsbaak in een willekeurig hulppunt, ongeveer halverwege in (of dicht bij) de eerste veelhoekszijde, waartoe de waarnemer bij het instrument hem teekens geeft. De meetarbeider richt over de nokjes naar het instrument, draait daarna de baak 100 graden en doet de bel inspelen. Bij den theodoliet wordt de stand der baak gecontroleerd, de helling der vizierlijn genoteerd en de rechter en linker draad afgelezen; dit laatste 8 maal, na ver plaatsing telkens van de vizierlijn door de azimuthale fijnbeweging, en de aflezingsverschillen worden direct opgemaakt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 58