66
1 [v2]
eindresultaat voor den gemeten afstand, m 1/ ~g~^y Biï
praktische toepassingen is het natuurlijk niet noodig, dat die bij
iedere gedeeltelijke zijde uitgerekend wordt; wij bepaalden haar,
omdat wij ons bij de eerste kennismaking met de methode een
oordeel wilden vormen. Genoemde m is iets te klein als maatstaf
voor de nauwkeurigheid men zou haar de «inwendige> m. f.
van den afstand kunnen noemen omdat er niet in tot uiting
komen lengteverandering van de baak door temperatuurswisseling,
onnauwkeurigheden in de constanten, onjuiste centreeringen en
fouten in den stand der baak loodrecht op de richting (allemaal
factoren van zeer weinig beteekenis in ons geval).
Uit de beide bedragen np en m2 der m. f. voor de gedeeltelijke
zijden Di en D2 volgt de m. f. in de totale zijde mz m^ -f- m22.
In het voorbeeld hierboven wordt voor de zijde V. P. 25 V. P. 26
van ruim 229 meter de m. f. 1,9 cm.
De bedragen voor de m. f., opgemaakt per 100 meter uit de
gedeeltelijke zijden, m10o mi en mioo yy m2, zlJn dienstig
tot het vormen van een oordeel. Zooals gedurende onze metingen
reeds werd verwacht, bleken die bedragen in zeer hooge mate,
en veel meer dan van andere invloeden, afhankelijk van de weers
gesteldheid. Het beste resultaat hadden wij op 13 December, bij
lichten mist en motregen, toen bleef mmo beperkt tot 1 a 1,4 cm.
Op andere dagen was m100 ongeveer 2 cm op 17 Dec. bij regen
en feilen wind bedroeg m10o 2 tot 5 cm en op 22 Dec. bij sneeuw
en wind 2 tot 4 cm. Zooals wij bij de beschrijving van de uit
voering van het terreinwerk reeds opmerkten, werden de resul
taten het sterkst ten kwade beïnvloed door den wind!
Een verdere beoordeeling van de resultaten der opt. afstands
meting boden de sluitfouten der polygonen. De m. fn in de coör
dinaten der driehoekspunten 1, 2 en 3 waren resp. 1 en 1, 4 en 2,
3 en 2 cm. (de m. fn in de enkele richting waren 5, 15 en 15CC,
bij stationsvereffening 2.9, 3 en 2.5CC). Trek n°. 1 kan al direct
als voorbeeld van een trek met zeer kleine sluitfouten dienen:
de correcties aan de hoeken bedroegen 3CC, de lengtecorrecties
o in de x en 2 cm per zijde in de y. Terwijl de m10o juist bij
dezen trek gemiddeld het hoogst was. en varieerde van 0,7 tot
100 100
Ul 1^2