keurig vlak ook projectief worden afgebeeld. Heeft men dus van een willekeurig vlak terrein een scherpe foto gemaakt, die dus de terreinpunten als punten voorstelt, dan mag tusschen foto en terrein een projectieve verwantschap worden aangenomen, eveneens tusschen foto en kaart, die een gelijkvormige verklei ning is van het terrein. Men kan dus de eigenschappen en constructies toepassen, die in hoofdstuk voor de projectieve afbeelding van twee vlakken gevonden zijn. Zijn van vier punten, die in de foto voorkomen, de coördinaten op het terrein bepaald, dan kan men deze punten in kaart brengen; daarna kunnen volgens een der beschreven me thoden alle punten, die op de foto voorkomen, in kaart worden gebracht. Om een enkel punt of eenige punten over te brengen is het eenvoudigst de toepassing van de methode van bl. 29. Zijn er meer punten in kaart te brengen, dan loont het de moeite de beide vlakken perspectief te leggen. Men kan dan verschillende hulpmiddelen toepassen. ie. constructiezooveel noodig ondersteund door berekening 2e. door optische projectie, 3e. door de camera lucida. ie methode. Door constructie. Men berekent zoowel in de foto als in de kaart de ligging der vlucntlijnen. Daartoe past men de formules (4) toe op de beide diagonalen. Noemt men de afstanden van het snijpunt der diagonalen m tot de punten x, 2, 3, 4 resp. a, b, c, d, in de foto, en dezelfde afstanden A, B, C, D, in de kaart, heet de afstand van m tot de vluchtlijn, gemeten van m over 1 u, en van m over 2 v, en zijn de correspondeerende lijnen in de kaart weer gemeten van M over 1 U, en van M over 2 V, dan vindt men: A C B-4-D U—A_C V—B D a c b d U== a c y b d a c b d A C B D I. Wij beschouwen eerst het geval, dat de vluchtlijnen binnen de grenzen der teekening vallen. Men trekt dan deze lijnen en vervolgens door m en M lijnen daarmede evenwijdig. 7i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1927 | | pagina 71