op de onroerende zaak betrekking hebben, uitsluitend ?net de
bedoeling om het publiek te kunnen mededeelen wat in overge
schreven stukken te vinden is. De soms wel eens moeilijke be
antwoording van de vraag of er in een akte een zakelijk recht
is gevestigd dan wel een persoonlijk, zou dan achterwege kunnen
blijven, en de lijdelijke rol van den Bewaarder in ons negatieve
stelsel volkomen gehandhaafd worden.
Al zijn er bedenkingen tegen de regeling in het nieuwe Kon.
Besl. te maken, de stap dien wij ermede gevorderd zijn in de
richting eener moderne hypothecaire boekhouding sterkt de ver
wachting, dat geleidelijk meer verbeteringen zullen ingevoerd
worden.
Niet gewijzigd is de onvolkomen men kan gerust zeggen
gebrekkige manier van bijhouden van het register öq3-. De
voornaamste grieven hiertegen zijn deze, dat doorhalingen der
inschrijvingen niet in het register worden aangeteekend en dat
bij vernummering der perceelen de verwijzingen niet overgenomen
worden bij de betreffende nieuwe nummers. Het onderzoek naar
de nog bestaande inschrijvingen op een perceel is daardoor vaak
zeer omslachtig. Een moderniseering in de bijhouding van het
register 6qa zou zich practisch het best aansluiten bij eene alge-
meene vernieuwing van de inschrijvingen, gelijk ten aanzien van
de op i Jan. 1879 bestaande, volgens de wet van 5 Juni 1878
(Stbl. n°. 90) heeft plaats gehad.
En wellicht zal er «uit een oogpunt van bezuiniging» (considerans
van het besproken Kon. Besl.) ook nog eens een wetswijziging
komen, waarna de verouderde «overschrijving» van akten en
«inschrijving» van borderellen vervangen kan worden door depo
neering ten hypotheekkantore van afschriften.
Heines.
EENIGE OPGAVEN VAN HET EXAMEN VOOR
LANDMETER VAN HET KADASTER IN 1926.
Het examen werd schriftelijk en mondeling afgenomen en
bestond verder in het uitvoeren van werkstukken op het terrein.
Hieronder volgen enkele opgaven.
8