93
b. recht voor de verrichting der in- of overschrijving, volgens het
hypothecair tarief (artikel 2 der wet van 3 April 1922, Staatsbladn°. 166).
Het zegelrecht bedraagt (naar den ingevolge art. 33 gemaakten omslag)
f 0.01 per regel, vermeerderd met éénmaal f 0.05 voor een vak in het
dagregisterhet recht voor de verrichting beloopt f 0.03 per regel. Voor
de berekening van het zegelrecht geldt een andere maatstaf dan voor de
berekening van het recht wegens de verrichting.
Deze dubbele heffing vordert aan de hypotheekkantoren arbeid, die
naar de meening van den ondergeteekende als nutteloos moet worden
beschouwd.
Vroeger, toen het salaris voor de in- en overschrijving den bewaarder
persoonlijk ten goede kwam, was het begrijpelijk, dat ook het Rijk, door
middel van het zegelrecht, eenige bate uit de in- en overschrijvingen
wilde genieten.
Sedert de wet van 3 April 1922 Staatsblad n°. 166) vloeit echter de
opbrengst van het hypothecair tarief in 's Rijks schatkist, zoodat nu het
motief voor de dubbele heffing is vervallen. Daar de combinatie der beide
heffingen tot vereenvoudiging der administratie, dus tot bezuiniging zal
leiden, wordt thans voorgesteld de hypotheekregisters vrij van zegel te
verklaren en het hypothecaire tarief zoodanig te verhoogen, dat de schat
kist geen nadeel zal lijden.
De beginselen, aan het bestaande tarief ten grondslag gelegd, zijn on
aangetast gebleven. De vermindering van recht voor kleine hypotheken
is in stand gehouden. Er wordt alleen voorgesteld het bedrag van het
zegel op te nemen in het hypothecair tarief. Daartoe zullen alle bedragen
van dat tarief met 1/s verhoogd moeten worden.
In een aantal gevallen zal daarvan een kleine verandering in het bedrag
der kosten van een in- of overschrijving het gevolg zijn. Voor kleine akten
en borderellen wordt volgens het bestaande tarief een minimum van
f 1.50 of f 3.geheven, het recht bedraagt in die gevallen meer dan
f 0.03 per regel. Het zegelrecht bedraagt ook in die gevallen f 0.01 per
regel, zonder dat een minimum bestaat. Wordt nu het minimum verhoogd
tot f 2 en f met vrijstelling van zegel, dan zal daarvan een geringe
vermeerdering van kosten het gevolg zijn. Daartegenover staat echter
een vermindering van kosten voor gevallen, waarin de vermindering van
het tarief tot 1/s of 3/s geldt, omdat deze thans voor het zegelrecht niet
toepasselijk is. De verandering in de kosten zal ten gevolge hebben, dat
de hypotheken tot kleine bedragen eenigszins zullen worden ontlast, de
grootere hypotheken en de akten, waarvan de kosten van in- en over
schrijving gering zijn ten gevolge van den kleinen omvang dier stukken,
zullen iets zwaarder worden getroffen. De verschillen loopen echter over
uiterst geringe bedragen, veelal slechts enkele centen. Een becijfering heeft