van kegelmantels met het imaginaire spiegelbeeld o, van het objectief centrum (fig. 4) als gemeenschappelijken top en met een lijn, evenwijdig aan de camera-kegelas als gemeenschappelijke as met het vlak van 't scherm voorstellen. De beschrijvende lijnen van deze kegelmantels maken hoeken van 90°, 89°5o', 89°4o', enz., dus telkens met een verschil van 10', met de as van den kegel. De snijlijnen van deze kegelmantels met 't vlak van het scherm zijn hyperbolen. (Alleen die voor go° is een rechte lijn). Staat de as van de camera op 't oogenblik van belichting verticaal, en denkt men zich het scherm met de hyperbolen reeds als doorschijnend vlak aanwezig, dan zal de van den heliotroop komende lichtstraal, die door den spiegel naar 't midden van 't objectief wordt teruggekaatst, het scherm snijden in een punt tusschen die hyperbolen, welke boven en beneden den gemeten hoek h liggen. De hyperbolen zijn dezelfde voor elk der voor iedere rij spiegels opgestelde schermen en kunnen er langs fotografischen weg op aangebracht worden. Het nadirpunt zal nu in 't hoofdpunt van de plaat liggen, wanneer de beelden van het heliotroop- of kunstlicht gevormd op de schermen (H2V4 in fig. 4, Mj t.m. Mg in fig. 10) geprojec teerd worden in punten, die overeenkomen met de gemeten hoeken h. In dit geval is, in de algemeene formule voor Hv3 en Hv4 (fig- 4) tg (2a—90-fh b) de helling b gelijk aan nul. Verschuift men het negatief over de plaat, dan zullen op de schermen, als deze in de richting der verschuiving zijn opgesteld, de genoemde beelden zich naar boven of naar beneden ver plaatsen. Deze verschuiving geschiedt evenwijdig aan de hyper bolen op de schermen, wanneer de laatste loodrecht op de ver schuivingsrichting staan. Elke verschuiving der beelden op de schermen is in t algemeen de resultante van twee verschuivingen van het negatief in de richtingen van zijn beide assen. In de niet herleide luchtfoto bevindt geen der beelden zich in 't punt, dat overeenkomt met de gemeten hoeken. Brengt men eerst in den declivometer het hoofdpunt van het ii7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1928 | | pagina 117