De formules (4), (5) en (6) worden dan resp. (x en y oorspr. coörd.) (x en y nieuwe coörd.) [gxy] (id.) [gy2] DE NIEUWE DEENSCHE WET BETREFFENDE HET Sedert 31 Maart 1926 is Denemarken in het bezit van een nieuwe regeling van in- en overschrijving van zakelijke rechten op onroerend goed, die is samengesteld door den Kopenhaagschen hoogleeraar Kruse. Het hoofdbeginsel der wet is dat van de Duitsche; bescherming van hen, die op het grondboek hebben vertrouwd. Alleen is het bedoelde stelsel voor een bepaalde groep van gevallen niet tot zijn uiterste consequenties doorge voerd. Bij zware gevallen van ongeldigheid der acte van over dracht, met name bij vervalsching der acte, bij minderjarigheid van een partij, of bij dwang, heeft de derde, die overeenkomstig het grondboek verkregen heeft, geen onaantastbaar recht tegen over den werkelijken rechthebbende, maar wordt door den Staat voor het verlies van het goed schadeloos gesteld, een regeling, die aan het Engelsche recht ontleend is. De aanmelding ter publicatie, «Tinglysning», heeft het ge volg, dat de latere publicatie tot het oogenblik der aanmelding terugwerkt en dat de aanmelder, die door een fout der admini stratie niet in het grondboek is ingeschreven, schadevergoeding kan vorderen. De bevoegdheid over het recht te beschikken is in beginsel vastgeknoopt aan het ingeschreven zijn. Alleen bij hypotheekbrieven geeft de aanteekening op de acte het beschik kingsrecht, ook al wijkt de aanteekening af van het grondboek. GRONDBOEK.*) J. J. W. V. W. 123 S. DE GREBBER. Overgenomen uit het «Nederlandsch Juristenblad», van 31 Maart 1928, 3e jaar" gang N°. 13, blz. 248/249.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1928 | | pagina 123