136 contributie ontvangen; f 4.18 bleef bij hem in kas, terwijl er nog eenige contributies en abonnementsgelden te innen waren. Voor zoover bekend bleef het aantal leden en abonné's aldaar stationnair. Het aantal gewone leden in Nederland bedroeg 160, het aantal buitengewone 39. Bij het Bestuur waren 27 abonné's ingeschreven, bij den boekhandel 26. Aldus opgemaakt te Haarlem, 29 Juni 1928. De Penningmeester ter Plegt. Het vorenstaande is door ons onderzocht en deugdelijk bevonden. Haarlem, 3 Juli 1928. De Leden (w.g.) G. W. van Dijk. W. van der Voort. Toelichting op de Begrooting 1929. Daar verwacht wordt, dat het bestaande tekort op 1 Januari 1929 zal zijn verdwenen, is geen nadeelig saldo 1928 in de begrooting opgenomen. Het ongekend groote aantal gewone leden (thans ruim 170) maakte een ruime raming der contributie mogelijk, terwijl de ontvangsten over 1927 een iets hoogere raming der abonnementsgelden rechtvaardigen. De advertenties nemen af in aantal en omvang, zoodat de opbrengst veel lager is gesteld. Deze was over 1927 geflatteerd, doordat daarin een achterstallige advertentie 1926 was begrepen. Door de ruimere geldmiddelen konden de posten alb en e der uitgaven gesteld worden op het bedrag, dat zij in de laatste jaren gemiddeld vorderden, waarbij in aanmerking is te nemen, dat het huishoudelijk orgaan thans in het tijdschrift is opgenomen. De stijging van het aantal gewone leden veroorzaakte een ver hooging van de posten p en r. Ook v werd daarom hooger geraamd. Juli 1928. Het Bestuur.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1928 | | pagina 136