DE NIEUWE SCHEEPSBOEKHOUDING. Wellicht maakt de behandeling van dit onderwerp in de Al- gemeene Vergadering der Vereeniging voor Kadaster en Land meetkunde een vreemden indruk. Op het eerste gezicht schijnt er geen verband te bestaan tusschen kadaster en landmeetkunde en scheepsboekhouding. Toch bestaat dit verband. De landmeetkunde, en dan meer speciaal de kadastrale land meetkunde, is steeds middel. Het te bereiken doel is administratie. Dit kan een zeer eenvoudige administratie zijn, b.v. het vastleggen met behulp van kaarten en meetcijfers der begrenzingen van onroerende goederen, in 't algemeen echter zal de kadastrale landmeetkunde een meer uitgebreide administratie ten doel hebben, deze althans moeten steunen, n.l. de administratie van de zakelijke rechten op onroerend goed. De kadastrale landmeetkundige dienst vereenvoudigt die administratie, werkt dus mede tot bescherming der rechten van de grondeigenaren, tot bevordering van het hypothecair crediet, maar ook tot een billijke heffing der grond lasten. Wie belang stelt in kadaster en landmeetkunde, zal dus steeds de belangen dezer administratie, dus der hypothecaire en kadastrale boekhouding in het oog moeten houden. Welnu, ons privaatrecht stelt in bepaalde gevallen schepen gelijk met onroerend goed. Scheepsboekhouding loopt parallel met de genoemde boekhoudingen. En gezien het feit, dat de vernieuwing van belangrijke gedeelten van het Wetboek van Koophandel ook de vernieuwing der scheepsboekhouding, krachtens algemeene maatregel van bestuur van 1925, bracht, is er zeer zeker iets voor te zeggen dit onderwerp in deze vergadering te behandelen. Deze nieuwe boekhouding kan van beteekenis zijn bij het bestudeeren der moeilijkheden die zich bij de hypothecaire boek houding voordoen. Voordracht gehouden op 7 September 1928 te Groningen, voor de Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde door Mr. K. J. Bes, Hypotheekbewaarder te Zwolle.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1928 | | pagina 137