D4 aanstelling tot landmeter, tenzij een Ingenieur-Verificateur een nadeelig of ongunstig rapport uitbrengt. Dit punt wordt direct in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen, terwijl de heer Heines verklaart, dat hij geacht wil worden blanco te hebben gestemd. De heer Gorter wenscht niet alle adj.-landmeters bij de ruil verkaveling te detacheeren, daar hiervoor over 't algemeen nog weinig landmeters noodig zijn, terwijl de heer Schram in 5 dienst jaren als landmeter, vóór aanstelling tot district landmeter kan volgen, een bezwaar ziet voor de bezetting van de kleine kantoren. Volgens den heer Vriend is voor alle adjuncten detacheering bij de ruilverkaveling noodig, daar allen dezelfde opleiding moeten hebben en niet is te voorzien hoeveel personen voor de ruilver kaveling in de toekomst noodig zijn; tevens komen bij de ruil verkaveling vele hermetingswerkzaamheden voor. De heer O. Jonas kan de voorstellen van het Bestuur volkomen onderschrijven, maar vraagt hoe de positie en de verhouding tusschen den landmeter en den teekenaar zal moeten zijn. Volgens het Bestuur moet de teekenaar werkelijk onder de bevelen van den landmeter staan, waaraan hij is toegevoegd, wat de heer O. Jonas ook in een resolutie wenscht vastgelegd te zien. De heer Dik kan zich met de redactie van punt 8 niet ver eenigen, maar zou voor de werk verdeeling overleg wenschen tusschen den districts-landmeter en den ambulanten landmeter met de beslissing door den Ing. Ver. De heer Vriend antwoordt hem hierop, dat den ambulanten landmeter alleen het werk wordt aangewezen en niet meer. De districts-landmeter is verantwoordelijk voor den goeden gang van zaken in zijn district en moet dus zeggingschap houden over de verdeeling van de werkzaamheden. Hiermede zijn de besprekingen over dit belangrijke punt der agenda afgeloopen, de vergadering verlangt geen stemming over de onderdeelen en met algemeene stemmen wordt dit punt on veranderd aangenomen, behoudens een enkele wijziging tijdens de discussies aangebracht. De Voorzitter spreekt den wensch uit, dat met deze reorgani satie-voorstellen succes moge worden bereikt en hij is buitenge woon ingenomen met den uitslag van de stemming, die de positie van het Bestuur zooveel te sterker maakt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1928 | | pagina 174