179
den reeds bij een vroeger K. B. (circ. n° 1633) ingevoerden
rang van adjunct-commies. Deze rang is nog niet tot in de
I. K. doorgedrongen.
Art. ij. De hierbedoelde bepalingen moeten thans worden gezocht
deels in het «Organisatiebesluit Registratie en Domeinen 1924»,
deels in het hierboven vermelde «Ambtenarenbesluit Belasting
dienst».
Art. 14. De «Boekhouders ten kantore van de hypotheken, het
kadaster en de scheepsbewijzen» leggen als zoodanig geen eed
af. Zie circ. n° 1905; een eed wordt gevorderd van deze
ambtenaren alvorens zij in dienst treden als rijksklerk, volgens
de formule voorkomende in art. 159 van het Ambtenarenbesluit
Belastingdienst.
Art 16, laatste lid. Voor omstandigheden als zich kunnen voor
doen in tijden van oorlog of oorlogsgevaar bestaat de instructie
van 21 Mei 1927, Kab. n° 179. Deze zou hier vermeld
kunnen worden.
Art. 18, ie lid sub b en c en 2e lid, Art. 19, 2e en $e lid. Vgl.
circ. n° 1789 2, 6 _slot en 12.
Art". 2/ en 22. Vgl. circ. n° 1787.
Art. 2j. Het is een eisch des tijds, dat in de 3e al. de woorden
«en naar gelang van omstandigheden mondeling of» vervallen.
Vgl. circ. 1787 26.
Art. 23. De min. res. van 11 Sept. 1926, n° 118 (circ. n° 1787)
geeft een andere regeling; feitelijk is art. 25 daardoor vervallen.
Het is niet aan ons een voorstel te doen tot handhaving van
het artikel; kleine redactiewijzigingen, die dan noodig zouden
zijn, mogen wij echter terloops wel aanstippende woorden
«kolom 12 van den staat van personeele beschrijving» dienden
dan te worden vervangen door «den signalementstaat», en de
laatste zin zou dan kunnen luiden: «Die berichten bepalen zich
tot hetgeen met het kadastrale werk in verband staat».
Art. 27. Voldoet het bewaren van met de schrijfmachine ver
kregen doorslagen aan het voorschrift van «het woordelijk
overnemen van de uitgaande brieven in een register»