der grondbelasting, ook noodig zijn voor de instandhouding van
het kadaster». Dit criterium derogeert aan art. 44 tweede lid
sub 2. Reden waarom het gewenscht is, dat de inhoud van
deze en van de er uit voortgevloeide aanschrijvingen (van 28 Nov.
1925, Kad. n° 36, en van 28 Dec. 1926, Kad. n° 42), voor zoover
zulks nog niet het geval is, in de I. K. tot uiting kome.
Art. 45. De «afsluiting», waarvan in dit artikel nog wordt ge
sproken, bestaat niet meer, het slot van de eerste zinsnede kan
thans luiden: «tot het einde van het kalenderjaar».
Art. 46. Wij vragen ons af, waarom het in de aanschr. van
7 Mei 1910, Regie n° 70, bedoelde onderzoek naar veranderingen
in punten der R. D. voor zoover de steden betreft niet ook
aan de landmeters werd opgedragen.
In of nabij art. 46 kan vermelding vinden het maandverslag
der adspirant-landmeters, voorgeschreven 30 Oct. 1924, H. en K.
n° 79, en het maandverslag der teekenaars (form. n° 77a),
ingevoerd bij aanschr. van 6 Apr. 1926, Kad. n° 64.
Bij den kadastralen ruilverkavelingsdienst zijn speciale maand
verslagen ingevoerd.
Art. 48. Het vervaardigen van afschriften van onafgedane posten
in het register n° 9 behoort in 't algemeen te geschieden door
klerken aan de kadastrale boekhouding.
Art. 50. Aan het slot zou kunnen worden bijgevoegd«op den
staat, bedoeld in art. 46 (form. n° 77)».
Art. 52. dan moeten de rechthebbenden tijdig te voren
schriftelijk worden uitgenoodigd om op een aangegeven dag
en uur de ligging dier grenzen aan te wijzen of namens hen
te doen aanwijzen». Aldus zouden wij het slot van dit artikel
willen lezen. De uitdrukking dat «de belanghebbenden, na
181
De indertijd van de Rijkscommissie ontvangen uitkomsten werden ten gebruike
door de landmeters in het archief van den bewaarder gedeponeerd. Bij zoo'n simpel
gevalletje als de toezending en bewaring van deze zuiver technische stukken voelt men,
dat er toch nog iets hapert aan den organisatievorm van ons dienstvak. Thans zal
hier niet verder op ingegaan worden, wellicht zullen wij 't eens bij een andere gelegen
heid uitvoerig daarover hebben.