daartoe te zijn uitgenoodigd, in de gelegenheid (moeten) worden
gesteld» is vrij zwak, zij werd ingevoerd toen het schriftelijk
oproepen nog niet zoo algemeen usance was als tegenwoordig.
Ofschoon geen wettelijke verplichting tot aanwijzing bestaat
(zelfs het ontwerp van wet op de grensregeling kent deze niet,
doch houdt doeltreffende bepalingen ten aanzien van afwezigen),
moet de aanwijzing categorisch worden gevorderd, omdat ons
tegenwoordig kadaster reeds veel meer is dan een «bezitskadaster».
In hooge mate bevordert het kadaster thans reeds de rechts
zekerheid van den grondeigendom. Aanwijzing door of namens
de bevoegde rechthebbenden, ook thans, nu er nog geen sprake
kan zijn in de I. K. van het opmaken van processen-verbaal
van grensovereenkomst, ligt in de lijn welke gericht is naar
het «eigendomskadaster».
Art'1. en 54. Het belang, dat gelegen is in diiurzame afpaling
der nieuwe grenzen beseft het publiek niet steeds. De land
meter heeft ten aanzien hiervan, we mogen wel zeggen, een
opvoedende taak. Nog te vaak wordt op plaatsen en in gevallen
waar een betere verzekering mogelijk is, volstaan met paaltjes,
welke na eenige weken reeds gemakkelijk kunnen zijn verloren
geraakt. Evenals in art. 53 geschiedt, zou ook bij het begin
van art. 54 op dat belang de nadruk kunnen worden gelegd,
door b.v. dat begin te doen luiden: «Zoolang geen behoorlijke
aanwijzing en duurzume afscheiding, afpaling of verzekering
heeft plaats gehad van.
In aansluiting met de kantteekening bij art. 52 zij bij art. 54
nog gezegd, dat het zin heeft, om van het niet gevolg geven
aan den oproep door een der partijen melding te maken op
het veldwerk van een nieuwe grens, welke desniettegenstaande
is opgemeten.
Ten slotte de opmerking, dat de voorschriften omtrent aan
wijzing en duurzame aanduiding der grenzen mutatis mutandis
ook toepassing moeten vinden bij «particuliere metingen», wat
explicite niet in de I. K. te vinden is.
Art. 55. De incidenteele invoeging van het art. 55 in de I. K.
bij de uitgave van 1918 lijkt ons niet zeer gelukkig; immers
de stof had toen verwerkt behooren te zijn in de I. K., ge-
182