andere dan alleen van eigendom, of zijn het ook «fiscale» of
«economische» perceelgrenzen? Bedoeld zullen zijn de eerste en
bovendien de minst vergankelijke en tevens scherpst gemar
keerde overige grenzen. Deze laatste en andere («niet belang
rijke») kadastrale grenzen kunnen zonder verdere meting door
overdracht grens van zakelijk recht worden. Ergo: controle op
alle. (Op een eventueele afwijking tusschen kadastrale grens en
bezitstoestand op het moment der overdracht en de gevolgen
daarvan gaan wij thans niet in).
P* 75. Zie het slot der kantteekening bij art. 233.
P* ij is wel kort maar te apodictisch. Het is niet goed
om op veldwerken, welke «Noord» liggen, nog een noordpijl
te eischen. Het geldt hier stukken, welke alleen door deskun
digen worden gehanteerd. De algemeene regel moet zijn dat
de richting van het Noorden naar den bovenkant van het papier
is, evenals bij een stafkaart en bij een hulpkaart (vgl. art. 7g).
Is de teekening niet ten volle «Noord» gericht, dan worde het
Noorden door een pijl aangeduid.
Bij ons dienstwerk, dat zich steeds uitbreidt, is 't noodzakelijk
om ook op de kleintjes te passen.
Pt ig. Het met roode kleur overhalen van de nieuwe grenzen
bevordert de duidelijkheid.
Pt 20. Eerste lid. Zie de kantteekening bij art. 81.
Laatste lid. Bedoeld onderzoek naar de bezwaardheid «be
hoort ambtshalve tot de taak van den hypotheekbewaarder»
(aanschr. van 5 Juli igi7, H. en K. n° 1).
Pt 24. Vervaardiging van kopie-veldaanteekeningen volgens
het doordruksysteem kan te dezer plaatse worden ingelascht.
(Vgl. ook art. 78).
Pt 25. Meetgetallen uit een vroeger veldwerk worden in blauwen
inkt vermeld, met aanduiding van hetarchiefnummer van dat veld
werk en bij gebreke daarvan met aanduiding van het dienstjaar.
P* 26. Bij een niet vernummerd perceel worde op het vroegere
veldwerk telkens naar het latere verwezen door de aanteekening
«zie v. Doet men dit, dan is het mogelijk zoo'n veldwerk,
i8g